Doelgericht gedrag; Hoe je hoogbegaafde kind realistische doelen kan stellen (en halen!)

Doelgericht gedrag is één van de 11 Executieve functies. Executieve functies zijn de hogere controledenkfuncties in ons brein die ons in staat stellen om te plannen, organiseren, prioriteiten te stellen en flexibel om te gaan met veranderingen. Ook helpen ze ons om te gaan met emoties, uitdagingen aan te gaan en te reflecteren op ons eigen gedrag. Ze zijn essentieel voor alles wat we doen in het dagelijks leven.

In deze blog gaan we in op de executieve functie Doelgericht gedrag en wat jij als ouder kan doen om je kind te ondersteunen deze functie te trainen, zodat je kind realistische doelen leert stellen en de vaardigheden ontwikkeld om deze ook te halen.

Wat is Doelgericht gedrag?

Doelgericht gedrag is het vermogen om je aandacht op een specifiek doel te richten en niet afgeleid te raken. Dit houdt in dat je doorzet, ook als dingen moeilijk worden. En terugkeert naar de taak die je aan het uitvoeren bent, zelfs bij afleiding. Om doelgericht gedrag te laten zien is het dus belangrijk om kinderen te leren hoe ze weer kunnen focussen op wat ze van plan waren.

Waarom is Doelgericht gedrag belangrijk?

Kinderen die leren doorzetten en hun doelen bereiken, ontwikkelen zelfvertrouwen. Dit komt omdat elke behaalde mijlpaal, hoe klein ook, hen het gevoel geeft dat ze in staat zijn om uitdagingen aan te gaan. Het draait daarbij niet alleen om het eindresultaat, maar ook om het proces en de inzet die ze leveren. Het is essentieel om hen te helpen zien en ervaren dat elke stap vooruit een overwinning is.

Praktische tips om Doelgericht gedrag te ondersteunen

  • Wees een voorbeeld

Kinderen leren door te observeren. Deel je eigen doelen en de stappen die je onderneemt om ze te bereiken. Laat zien dat ook jij soms moet bijsturen en dat dat volkomen normaal is. Je kind heeft het nodig dat jij jouw processen “ondertitelt”. Waarbij je vertelt wat je doet, welke afwegingen zich afspelen in je hoofd, welke keuzes je maakt en waarom. En dat het ziet hoe je uiteindelijk toch bij je doel komt (of niet, en wat je daar dan van leert).

  • Moedig doorzetten aan

Werk aan een groeimindset door te benadrukken dat leren en ontwikkelen een proces is. Waarbij je minder focust op het eindresultaat, maar juist op al die kleine stapjes daartussen. Zeg dingen als: “ik hoor dat je daar goed over hebt nagedacht”, “Wat knap dat je een eerste stap gezet hebt” en “ik zie dat je al verder bent dan gisteren”.

Gebruik hierbij de RITS-methode. RITS staat voor; Resultaat = Inzet x Talent x Strategie. Waarmee ik bedoel dat jouw focus niet alleen op resultaten, maar ook op inzet, talent en strategieën ligt. Zodat je kind het leert als totaalpakket te bekijken. Want ook zonder fantastisch (eind-) resultaat zijn er vaak al heel veel dingen om trots op te zijn.

  • Zorg voor duidelijke, afgeronde doelen

Maak doelen zichtbaar en meetbaar. Waardoor het duidelijk is wanneer er iets te vieren is (zie tip 6). Zo zorg je ervoor dat ze de voldoening ervaren van het voltooien van een taak. Voelt je kind het als een (te) grote taak, dan kan het handig zijn om subdoelen te stellen. Deze kan je stellen in de taak; bijvoorbeeld bij een puzzel maken is één rand of alle 4 randen. Je kan de subdoelen ook stellen in de tijd; je gaat nu 5 minuten geconcentreerd werken aan de taak.

  • Help bij het stellen van realistische doelen

Laat je kind nadenken over de haalbaarheid van hun doelen. Dit kan hen helpen bij het ontwikkelen van een realistisch perspectief en het stellen van haalbare stappen. Dit kan je doen door het stellen van vragen over het gestelde doel. Bijvoorbeeld: “Ik zie dat je van plan bent om 100 Franse woordjes in één dag uit je hoofd te leren. Wat is je plan daarvoor?” Of “Je hebt nog nooit een auto getekend die eruit ziet als de auto op de foto. En je wilt dat nu in één middag kunnen. Hoe wil je dat gaan aanpakken?”

Als jij denkt dat een doel niet haalbaar is, maar je kind denkt van wel. Laat het dan proberen. Dat is de beste manier om te leren. Vang de emotie van de teleurstelling op en probeer de “ik zei het toch” voor je te houden ?

  • Evalueer en leer van falen

Van proberen kun je leren. Wanneer een doel niet wordt gehaald, is dat een kans voor groei. Bespreek samen wat goed ging. Want er ging ook altijd iets goed, ook al ziet je kind dat niet meteen. Zet dat ook even in de spotlight!

En kijk naar wat beter kan. Stel vragen over wat je kind bedacht had en wat er in de praktijk gebeurde. Daaruit kunnen ze lering trekken voor een volgende keer. Dit helpt kinderen om veerkrachtiger te worden en leert een denkproces van richten op oplossingen aan.

  • Vier successen!

Het is belangrijk om niet alleen de grote overwinningen te vieren, maar ook de kleine stappen in de goede richting. Dit stimuleert kinderen om door te gaan, zelfs als ze nog niet het uiteindelijke doel hebben bereikt.

Soms is het helpend om  bij (te) grote doelen een tijdsdoel als tussenstap te geven. Zodat je in elk geval kan vieren dat het gelukt is om 5 minuten succesvol en geconcentreerd te werken aan het doel.

P.S. successen vieren is wat anders dan belonen. Successen vieren zit in samen, in aandacht, in blij zijn. En minder in; dan mag je iets lekkers, beeldschermtijd of een cadeautje.

Spellen die Doelgericht gedrag trainen

Samen spellen spelen kan een leuke manier zijn om executieve functies te versterken. Wil je  Doelgericht gedrag trainen?

Denk dan aan spellen zoals;

  • Gravity Maze,
  • Gravitrax,
  • Just One,
  • Hey, That’s My Fish,
  • Anti Virus
  • Concept Kids Dieren
  • Menara
  • Magic Maze
  • Splendor

Conclusie

Doelgericht gedrag helpt kinderen om hun aandacht te richten, vol te houden en hun doelen te bereiken. Door als ouder een voorbeeld te zijn, doorzettingsvermogen te stimuleren en samen realistische doelen te stellen, ondersteun je je kind in het ontwikkelen van deze executieve functie. Het is belangrijk om successen te vieren, groot of klein, en te leren van tegenslagen, zodat je kind veerkracht en zelfvertrouwen op kan bouwen.

Boekentip: Als je kind (g)een Einstein is

De eerste keer dat ik met hoogbegaafdheid in aanraking kwam was toen ik op het consultatiebureau de tip kreeg om een boek te lezen van Tessa Kieboom. Een voor mij onbekende naam. Dus ik ging naar huis met een gele post-it en nog diezelfde avond opende ik de laptop. Ik heb uren online zitten zoeken naar een boek van Tessa Kieboom dat NIET over hoogbegaafdheid ging. Want hoogbegaafd? Dat was vast niet wat ze bedoelde.

Uiteindelijk kwam ik tot de conclusie dat zo’n boek er niet was. En waar ik altijd het liefst lokaal koop, koos ik deze keer voor een online bestelling. Want wat moesten ze in de boekhandel wel niet denken als ik een boek over hoogbegaafdheid kocht. Dat ik zo’n moeder ben die haar kind zo slim vind? Of zo’n pusherig type wat wil weten hoe ze kan zorgen dat haar kind de beste is?

Toen het boek er eenmaal was, verslond ik het. Dit boek ging over onze zoon! Zoveel herkenning. In de kenmerken van hoogbegaafdheid, maar ook in de andere aanpak die nodig is in de opvoeding. En die meisjes in het boek, die leken verdacht veel op mij.

Ondanks al die herkenning, heb ik nog jaren getwijfeld. Gedacht dat het misschien aan mij lag, ik een wel erg “roze bril” op had als het over mijn eigen kind ging. Ik had ook verder geen referentiekader, dacht dat alle kinderen zo waren.

Hoogbegaafdheid verdween weer naar de achtergrond. Ik durfde er (nog) niet over te praten, wist ook niet waarom het belangrijk was om dat wel te doen. Het ging immers verder prima.

Tot groep 3, toen liep hij vast in het onderwijs. Niet passend aanbod zorgde voor zich perfect aanpassen op school en enorme boosheid na school. Ik was beledigt toen de IB-er vroeg of ik thuis hulp nodig had. Want ik vond vooral dat school iets moest doen. Inmiddels weet ik dat we beide iets moeten doen.

Ik weet nu ook hoe belangrijk het is dat je je uitspreekt bij een vermoeden van hoogbegaafdheid. Want hoe eerder het (h)erkent wordt, hoe beter de begeleiding erop aangepast kan worden. Wat mogelijk veel gedoe kan voorkomen.

Wanneer jij vermoed dat er sprake is van hoogbegaafdheid bij je kind, dan is het noodzaak dat jij zorgt dat je voldoende kennis en vertrouwen krijgt om je te melden. Zodat jij het durft uit te spreken. Je kan beginnen met de checklist ontwikkelingsvoorsprong invullen en het lezen van een boek van Tessa Kieboom (dat dus over hoogbegaafdheid gaat 😉 )

 “Als je kind (g)een Einstein is”  van Tessa Kieboom is dan echt een aanrader om te lezen. Er wordt helder beschreven wat hoogbegaafdheid is, waarom deze kinderen behoefte hebben aan aangepaste begeleiding, thuis en op school. En hoe je die begeleiding kan bieden. Er staan veel herkenbare praktijkvoorbeelden in, waarmee de theorie nog duidelijk wordt. Mij hielp het daarnaast enorm om woorden te geven aan wat mijn gevoel al wist, maar ik niet goed over de bühne kreeg.

Ook van haar hand is “Meer dan intelligent”. Dit boek richt zich op oudere kinderen en volwassenen. De basiskennis, die beschreven is in haar eerdere boek, wordt kort samengevat en aangevuld met nieuwe modellen en een andere manier van kijken naar hoogbegaafdheid.

Van leergierig tot piekeren: De Intellectuele Overexcitability

“Je kan wel een kamer behangen met al je diploma’s, certificaten en getuigschriften”, zei een vriendin onlangs. Ik herken me dan ook heel erg in de intellectuele overexcitabilitie. Altijd op zoek naar meer om te leren, lezen, luisteren…

Zo las ik ook het boek Leven met intensiteit (Daniels en Piechowski), waarin het werk van de psycholoog Kazimierz Dabrowski centraal staat. Hij beschreef 5 Overexcitabilities (hyperprikkelbaarheden) die hij terug zag bij hoogbegaafden;

1. Psychomotorisch

2. Zintuiglijk

3. Intellectueel

4. Verbeeldend

5. Emotioneel

Deze blog gaat over de intellectuele hyperprikkelbaarheid (overexcitability). Waarin we zowel kijken naar de mooie kant, als de uitdagingen.

Intellectuele overexcitabilitie

Intellectueel gevoelige kinderen zijn vaak diepe denkers, nieuwsgierig en leergierig. Ze houden van lezen, leren, het ontwikkelen van ideeën en concepten en het oplossen van complexe problemen. Ze hebben grote leerhonger en een bijpassende stroom vragen. Deze kinderen kunnen zich vaak lange tijd concentreren, mits het onderwerp hen interesseert. Ze hebben een scherp observatievermogen en een kritische ingesteldheid.

Ouders van intellectueel gevoelige kinderen krijgen soms te maken met de uitdaging dat hun kind verder is in kennis dan leeftijdsgenoten, wat voor problemen kan zorgen op school. Het is belangrijk om deze leergierigheid niet te remmen, maar juist te stimuleren.

Wanneer je dit doet op een kindvolgende manier, hoef je niet bang te zijn dat je te pusherig bent. Of teveel druk op legt. Beantwoord gewoon de vragen die je kind heeft, volg de interesses die er zijn. Maar doe ook niet meer dan dat. Stelt je kind een vraag, bijvoorbeeld over een letter, dan beantwoord je die vraag. Je hoeft dan niet het hele alfabet aan te bieden (tenzij je kind ook daar om vraagt). Dit vraagt een beetje “fingerspitzengefühl” en zelfreflectie.

Niet automatisch goed op school

Vaak wordt gedacht dat dit de kinderen zijn die succesvol zijn op school. Dit is helaas niet automatisch het geval. Er zijn veel meer zaken die essentieel zijn voor een succesvolle schoolcarrière. Denk daarbij aan het hebben van motivatie voor de schoolse manier van leren. En het nut zien van de aangeboden stof en bijbehorende taken.

Ook heeft je kind voldoende vertrouwen in eigen kunnen nodig om gebruikt te kunnen maken van de gave van deze overexcitability. Want alleen dan zal het de uitdaging van iets nieuws leren aan kunnen gaan.

Essentieel is ook een stimulerende omgeving. Helaas hebben wij de ervaring dat veel hoogbegaafde kinderen dit niet vinden in de schoolse setting (alle goed intenties ten spijt). Wat deels te maken heeft met niet passend aanbod, het hebben van andere interesses en het missen van een match in peercontact en/of met de leerkrachten.

De uitdagingen van intellectuele overexcitability

Overdenken en piekeren

Uitdagingen die bij deze hyperprikkelbaarheid horen zijn het risico op overdenken en piekeren. Als je zoveel kan bedenken en je brein altijd “aan” staat, dan kan je de meest fantastische creatieve dingen bedenken, maar ook de meest vreselijke doemscenarios. Die eindeloos door kunnen gaan, want je bedenkt immers steeds iets nieuws. Daarmee kan je verdwalen in je eigen gepieker. Ook kan het zijn dat je lastig beslissingen kan nemen, omdat je dingen enorm gaat overdenken.

Het ‘wandelend hoofd’

Een andere uitdaging is dat je een “wandelend hoofd” wordt. Waarbij je alles in je leven kan beredeneren vanuit je denken. En daarmee uit verbinding raakt met je voelen. Vaak zie je dat deze kinderen (en volwassenen) geen idee hebben waar die grote emoties ineens vandaan komen, omdat ze de signalen die hun lichaam gaf hebben weggeredeneerd. Of zelfs helemaal niet meer opmerken, omdat ze zo verwijderd zijn geraakt van het voelen van al die lichamelijke sensaties.

Dit proces begint vaak bij het vermijden van ongemak, maar kan uitmonden in een situatie waarin ook fijne gevoelens niet meer gevoeld worden. Het opnieuw verbinden met hun lichamelijke sensaties en emoties is hier een belangrijk aandachtspunt.

Hoe kun je als ouder ondersteunen?

Om intellectueel gevoelige kinderen te ondersteunen:

  • Stimuleer hun nieuwsgierigheid op een kindvolgende manier. Beantwoord hun vragen en bied verdieping als ze daar om vragen.
  • Help hen balans te vinden tussen denken en voelen. Moedig activiteiten aan die hen verbinden met hun lichaam, zoals sporten, mindfulness of creatieve bezigheden.
  • Creëer een veilige omgeving waarin zij hun nieuwsgierigheid en uitdagingen kunnen verkennen, zonder angst om te falen.
  • Ondersteun bij het reguleren van emoties, vooral wanneer overdenken en piekeren hen overweldigt.

Intellectuele overexcitability is een krachtige gave, maar vraagt om aandacht en begeleiding. Als ouders kun je helpen om deze gave tot bloei te laten komen, zonder dat je kind zichzelf verliest in de uitdagingen die ermee gepaard gaan.

Kenmerken intellectuele overexcitability:

Hieronder staan een aantal kenmerken op een rij. Je kan ze zelf invullen voor je kind. Het is ook erg leuk om het samen met je kind te doen. Het helpt je kind zichzelf beter te begrijpen. Vandaar dat ze geschreven zijn vanuit de Ik-vorm.

O Ik ben zeer nieuwsgierig en hou van leren.

O Ik ben een theoretische denker.

O Ik analyseer graag.

O Ik hou van ingewikkelde plannen.

O Ik stel onderzoekende vragen.

O Ik los graag problemen op.

O Ik kan me lange tijd concentreren.

O Ik heb een scherp observatievermogen.

O Ik denk graag na over denken.

O Ik verslind boeken.

De meeste mensen herkennen elementen uit meerdere hyperprikkelbaarheden (overexcitabilities). Meestal zijn er 1 of 2 die het meest intens worden ervaren. Deze herkennen helpen om bepaalde gedragingen van hoogbegaafden beter te begrijpen en eventuele begeleiding hier op af te stemmen.

Deze lijst is gebaseerd op het boek: Leven met intensiteit (Daniels en Piechowski).

De waarheid over Executieve functies bij hoogbegaafde kinderen: Niet slechter, gewoon anders

Executieve functies zijn de hogere controledenkfuncties in ons brein die ons in staat stellen om te plannen, organiseren, prioriteiten te stellen en flexibel om te gaan met veranderingen. Ze zijn essentieel voor alles wat we doen in het dagelijks leven, van het verdelen van onze tijd tot het omgaan met onze emoties. Bij hoogbegaafde kinderen kunnen executieve functies een bron van uitdaging zijn.

Wat zijn Executieve functies?

Executieve functies worden vaak ingedeeld in twee hoofdcategorieën:

1. Denkvaardigheden

  • Planning en prioritering: Het vermogen om doelen te stellen en te bepalen welke stappen nodig zijn om deze te bereiken.
  • Time management: Het effectief indelen van tijd om taken op tijd af te krijgen.
  • Werkgeheugen: Informatie tijdelijk vasthouden en gebruiken, bijvoorbeeld bij het oplossen van een complex probleem.
  • Organisatie: Structuur aanbrengen in taken.
  • Metacognitie: Nadenken over je eigen denkprocessen.

2. Gedragsvaardigheden

  • Responsinhibitie: Het vermogen om impulsen te onderdrukken en eerst na te denken voordat je handelt.
  • Emotieregulatie: Het omgaan met intense gevoelens op een manier die passend is bij de situatie.
  • Volgehouden aandacht: Het vermogen om je langdurig te concentreren op een taak.
  • Taakinitiatie: Zelfstandig aan een taak beginnen zonder uitstel.
  • Doelgericht gedrag: Toewerken naar een doel ondanks obstakels of afleidingen.
  • Flexibiliteit: Je kunnen aanpassen aan veranderingen of tegenslagen.

Zijn executieve functies zwak bij hoogbegaafde kinderen?

Het idee dat hoogbegaafde kinderen per definitie zwakke executieve functies hebben, is een misvatting. Het verloop van de ontwikkeling is wel anders. En dat kan soms lastig zijn.

Minder trainen

Wat vaak voorkomt, is dat hoogbegaafde kinderen hun executieve functies minder trainen in hun jonge jaren. Dit komt doordat ze veel taken op basis van hun cognitieve vaardigheden kunnen oplossen en daardoor minder afhankelijk zijn van planning, organisatie of volgehouden aandacht.

Bijvoorbeeld: een hoogbegaafd kind dat snel een som kan uitrekenen zonder stap voor stap te werken, leert misschien minder goed hoe je een gestructureerde aanpak kunt toepassen. Hierdoor kan het lijken alsof hun executieve functies zwakker zijn, terwijl ze simpelweg minder vaak worden aangesproken.

Groter beroep

Hoogbegaafde kinderen ervaren vaak extra uitdagingen door de intensiteit waarmee ze de wereld beleven. Hun sterke emoties, bijvoorbeeld, vragen meer van hun vermogen tot emotieregulatie. Het reguleren van een overweldigend gevoel kost simpelweg meer energie dan het reguleren van mildere emoties.

Daarnaast wordt vaak onterecht de aanname gedaan dat de ontwikkeling van alle executieve functies gekoppeld is aan de cognitie. Waardoor de omgeving het beeld heeft dat het kind ook wel sterke executieve functies zal hebben. En worden er hogere verwachtingen aan hen gesteld, zowel door henzelf als door hun omgeving. Doordat dit niet terecht is, kan dit leiden tot frustratie en uitdagingen in het dagelijks leven.

Breinontwikkeling en executieve functies bij hoogbegaafden

Uit onderzoek blijkt dat de breinontwikkeling van hoogbegaafde kinderen anders verloopt dan die van gemiddeld begaafde kinderen. Executieve functies rijpen bij hen vaak op latere leeftijd. Dit betekent dat sommige vaardigheden, zoals het plannen van complexe taken of het reguleren van emoties, pas later volledig tot hun recht komen.

Het goede nieuws? Deze functies zijn trainbaar! Met de juiste begeleiding en ondersteuning kunnen hoogbegaafde kinderen hun executieve functies ontwikkelen en versterken. En zo hun volledige potentieel benutten.

Hoe kun je je kind ondersteunen?

Als ouder kun je een belangrijke rol spelen in het helpen ontwikkelen van de executieve functies van je hoogbegaafde kind. Hier zijn enkele tips:

  1. Focus op denkvaardigheden
    • Planning en prioritering: Help je kind om taken in kleinere stappen op te splitsen en te bepalen welke stappen eerst komen. Gebruik visuele hulpmiddelen, zoals checklists of routinekaarten.
    • Time management: Leer je kind hoe ze hun tijd effectief kunnen indelen. Bijvoorbeeld door een wekker te zetten of werktijd af te wisselen met pauzes.
    • Werkgeheugen: Speel spellen of doe activiteiten die het werkgeheugen versterken.
  2. Ondersteun gedragsvaardigheden
    • Emotieregulatie: Geef je kind woorden voor hun emoties en leer ze technieken om rustig te worden, zoals ademhalingsoefeningen.
    • Volgehouden aandacht: Creëer een rustige werkomgeving en moedig focus aan door taken in korte tijdsblokken op te delen.
    • Flexibiliteit: Moedig je kind aan om alternatieve oplossingen te bedenken als iets niet volgens plan verloopt. Laat zien dat fouten maken een kans is om te leren.
  3. Wees Geduldig
    Executieve functies ontwikkelen zich over een langere periode. Daarbij speelt ook de rijping van het brein een grote rol. Waarbij vooral de prefrontale cortex zich pas volledig heeft ontwikkeld rond het 23ste levensjaar. Geef het dus tijd. En ondersteun waar nodig.

En vier vooral de kleine successen groots. Dat helpt voor jezelf en je kind om gemotiveerd te zijn en blijven om te blijven “trainen”.

Executieve functies bij hoogbegaafde kinderen zijn niet “kapot

Ze hoeven dus ook niet gerepareerd te worden. En ook niet benoemd als zwakker. De ontwikkeling verloopt gewoon anders. Ervaart je kind hinder van dit andere verloop in de ontwikkeling? Dan ben jij er om te ondersteunen, zodat de discrepantie van wat je kind kan en wat er gevraagd wordt kleiner wordt.

Bij deze ondersteuning is het raadzaam om klein te beginnen. Kies dus één executieve functie om te trainen of kies een kleine deeltaak (bijvoorbeeld de ontbijttafel dekken) om een specifiek “pakketje” executieve functies te trainen. Het is namelijk belangrijk dat het een afgebakend stuk is, wat meetbaar is, zodat je de successen zichtbaar kan maken en kan vieren.

En het is belangrijk dat het iets is wat jullie voor langere tijd kunnen vasthouden. Teveel doen in het begin, zorgt vaak voor minder consistentie. En dan is het effect ook minder sterk en minder duurzaam. Dus beter klein en goed trainen, dan groot en veel maar ineffectief trainen. En de vaardigheden die je versterkt rond het dekken van de ontbijttafel, zal je later terug zien als je ook aan de slag gaat met het inpakken van de schooltas, opruimen van de slaapkamer etc.

Verbeeldende Overexcitability: Een unieke kracht bij hoogbegaafde kinderen

Als jouw kind een grote fantasie heeft, misschien wel zo groot dat fantasie en werkelijkheid vaker door elkaar lopen dan passend voelt bij de leeftijd? Dan is er een grote kans dat je kind kenmerken vertoont van de door Kazimier Dabrowski beschreven Verbeeldende overexcitability.

Deze Poolse psycholoog beschreef vijf typische kenmerken die hij zag bij hoogbegaafden op verschillende gebieden. Hij noemde ze “overexcitabilities“, vrij vertaald hypergevoeligheden;

1. Psychomotorisch

2. Zintuiglijk

3. Intellectueel

4. Verbeeldend

5. Emotioneel

Deze blog gaat over de verbeeldende hyperprikkelbaarheid (overexcitability). Waarin we zowel kijken naar de mooie kant, als de uitdagingen.

Wat is Verbeeldende overexcitability

Kinderen met verbeeldende hyperprikkelbaarheid hebben een levendige fantasie, kunnen diep opgaan in hun eigen wereld, houden van dagdromen en spelen vaak creatief spel. Dit zijn de kinderen die verhalen verzinnen en met plezier hun fantasieën uitwerken in tekeningen of spel. Ze hebben denkbeeldige vriendjes, die heel echt voor ze zijn. Het liefste verzinnen ze hun eigen spelletjes of nieuwe regels bij bestaande spellen.

Soms ervaren ze frustratie doordat hun hoofd zoveel fantastische dingen kan bedenken, maar hun handen het nog niet kunnen maken. Ook kan het lastig zijn in interactie met de omgeving. Want soms hebben ze moeite hebben met het verschil tussen fantasie en werkelijkheid. Wat kan leiden tot onbegrip en als problematisch kan worden gezien door anderen.

Wat doe je als je kind niet de waarheid vertelt

Als je veel van je kind herkent in deze overexcitability, dan kan het goed zijn dat je regelmatig het gevoel hebt dat je kind liegt. Wat heel lastig kan zijn. Want liegen is iets wat we doorgaans afkeuren. Dus wat doe je dan?

Allereerst is het belangrijk om je te realiseren dat we allemaal liegen. De één wat meer, vaker en groter dan de ander. Maar het is inherent aan het mens zijn. We liegen uit schuldgevoel of schaamte, we liegen omdat we de ander niet willen kwetsen of onnodig bezorgt willen maken en we liegen uit zelfbescherming. Dus, je kind liegt ook. Dat hoort erbij.

Daarnaast is het goed om te kijken wat dat liegen is. Want is dit moedwillig liegen om de waarheid te verbergen of verdraaien. Of is het de fantasie waar ze zelf zo sterk in zijn gaan geloven, waardoor de lijn tussen de wereld in hun hoofd en de werkelijkheid vervaagt is?

Wanneer het liegen vanuit fantasie is, dan hoef je hier niet zoveel aan te doen. Je kan bijvoorbeeld zeggen: “dat zou wel echt geweldig/bijzonder/uitzonderlijk zijn als dat zo zou zijn”. Waarin je een klein beetje mee gaat in de fantasie en ook laat merken dat het een fantasie is.

Is het moedwillig liegen, dan is het goed om te laten weten dat je weet dat er gelogen is. Dat ontmoedigt in elk geval het verder liegen in de toekomst.

Angst en verbeelding

Kinderen met een grote verbeelding kunnen prachtige dingen bedenken, maar ook de meest vreselijke scenarios in hun hoofd hebben. Alles wat mis kan gaan, kunnen zij in groot detail bedenken. Alsof er een complete speelfilm in hun hoofd zit.

Combineer dit met de Intellectuele overexcitability, die ze nog meer, groter, dieper, verder laat denken. Dan kan je je voorstellen hoe beangstigend als die gedachten kunnen zijn voor een kind.

Heeft een kind dan ook nog kenmerken van de Emotionele overexcitability, dan voelt het ook alle bijbehorende emoties zeer intens. Waarbij het brein niet de scheiding kan maken tussen wat werkelijkheid is en wat zich alleen in het hoofd afspeelt.

Samen is dit een complexe cocktail voor het omstaan van angst.

Hoe ondersteun jij je kind?

  • Neem de angst serieus. Voor je kind is dit echt en ernst, ook als jij daar anders over denkt. De angst van  je kind wordt niet minder als jij je mening erover deelt. Dus luister en respecteer de angst die je kind voelt.
  • Help je kind er over te praten. Stel vragen over hoe je kind het ervaart, waar hij/zij precies bang voor is, wat het zo spannend vindt. Door er woorden aan te geven, wordt de angst vaak al minder groot.
  • Begeleidt je kind bij het vinden van hulpmiddelen die helpen om minder bang te zijn. Naast erover praten kan het helpend zijn om te focussen op de ademhaling. Ook het hebben van een knuffel of het bij je dragen van een talisman sterkt je kind soms. Misschien bedenkt het zelf iets wat nog beter werkt.
  • Moedig je kind aan om spannende dingen te doen.
  • Bescherm je kind niet teveel. Het kan jou angst overnemen. Laat het lekker buiten spelen, sporten, bewegen. Moedig daarbij risicovol spel aan. Hierdoor bouwt je kind vertrouwen in zichzelf op. Wat helpt om op terug te vallen in angstige momenten.
  • Doe zelf ook dingen die je eng vind en deel dit met je kind. Vertel wat je spannend vond, hoe je je daarbij voelde, wat je deed om het toch  te durven en hoe jij je daarna voelde. Kinderen doen wat jij doet, meer dan dat ze luisteren naar wat je zegt.
  • Vraag hulp als je zelf iets spannend vind. Je kind kan misschien voor jou wel een hele goede manier bedenken om met angst om te gaan (waar ze later zelf weer uit kunnen putten). Of vraag iemand anders om hulp, zodat je kind ziet dat het ook om hulp kan vragen bij angst.

Hoewel de rijke verbeelding van hoogbegaafde kinderen soms uitdagingen met zich meebrengt, biedt het ook prachtige mogelijkheden. Het is een bron van creativiteit, humor en innovatie. Door je kind te helpen hun verbeelding te begrijpen en te omarmen, geef je hen de tools om dit als een kracht te benutten. 

Kenmerken verbeeldende overexcitability:

Hieronder staan een aantal kenmerken op een rij. Je kan ze zelf invullen voor je kind. Het is ook erg leuk om het samen met je kind te doen. Het helpt je kind zichzelf beter te begrijpen. Vandaar dat ze geschreven zijn vanuit de Ik-vorm.

O Ik fantaseer levendig en veelvuldig.

O De grens tussen waarheid en fictie is bij mij niet altijd scherp.

O Ik ben een uitvinder.

O Mijn dromen zijn enorm intens.

O Denkbeeldige vrienden zijn voor mij heel echt.

O Ik heb een goed gevoel voor humor.

O Ik hou van drama.

O Ik heb behoefte aan variatie en nieuwe dingen.

O Ik gebruik vaak vergelijkingen en metaforen.

O Ik kan goed visualiseren.

De meeste mensen herkennen elementen uit meerdere hyperprikkelbaarheden (overexcitabilities). Meestal zijn er 1 of 2 die het meest intens worden ervaren. Deze herkennen helpen om bepaalde gedragingen van hoogbegaafden beter te begrijpen en eventuele begeleiding hier op af te stemmen.

Deze lijst is gebaseerd op het boek: Leven met intensiteit (Daniels en Piechowski).

Zintuiglijke Overexcitability bij hoogbegaafde kinderen: Hoe je het begrijpt en ondersteunt

Wanneer een naadje in de sok niet goed zit, een labeltje kriebelt, het licht te fel is of een geur te sterk, kunnen hoogbegaafde kinderen hier heftig op reageren. Hoewel dit voor hun omgeving soms moeilijk te begrijpen is, is het voor hen een intens en écht probleem. “Stel je niet aan” of “Doe niet zo overdreven” zijn opmerkingen die deze kinderen vaak horen, maar de waarheid is dat ze deze prikkels veel sterker ervaren dan anderen. 

De Poolse psycholoog Kazimier Dabrowski beschreef vijf typische kenmerken die hij zag bij hoogbegaafden op verschillende gebieden. Hij noemde ze “overexcitabilities“, vrij vertaald hypergevoeligheden.

1. Psychomotorisch

2. Zintuiglijk

3. Intellectueel

4. Verbeeldend

5. Emotioneel

Deze blog gaat over de zintuiglijke hyperprikkelbaarheid (overexcitability).

Wat is Zintuiglijke hyperprikkelbaarheid?

Kinderen met zintuiglijke hyperprikkelbaarheid zijn extreem gevoelig voor externe prikkels zoals geluiden, geuren, smaken, licht en aanraking. Deze gevoeligheid kan zich op verschillende manieren uiten: 

Uitdagingen:

– Last van labeltjes in kleding of het dragen van spijkerbroeken. 

– Een sterke afkeer van fel licht, zoals TL-verlichting of zonnige dagen. 

– Misselijkheid door sterke geuren zoals parfum of eten. 

– Specifieke voorkeuren en afkeren van smaken en texturen in voeding. 

– Schrikken van onverwachte geluiden of het te intens ervaren van alledaags geroezemoes. 

– Slecht tegen warmte of kou kunnen. 

Sterke kanten: 

– Genieten van fijne stoffen, zachte dekens en comfortabele omgevingen. 

– Waardering voor sfeerverlichting en subtiele kleuren. 

– Intens genieten van culinaire hoogstandjes, kunst, muziek en natuur. 

– Een grote creatieve expressie en vermogen om schoonheid te zien in kleine details. 

Deze gevoeligheid is een deel van wie ze zijn en kan zowel een uitdaging als een kracht zijn. 

Hoe kun je helpen?

Hoewel je deze prikkelgevoeligheid niet kunt wegnemen, kun je wel een omgeving creëren waarin je kind minder last heeft van storende prikkels. Hier zijn enkele praktische tips: 

1. Kleding aanpassen: Kies voor naadloze kleding of trek sokken binnenstebuiten aan. Vermijd kriebelige stoffen en geef ze de mogelijkheid om kleding te dragen waarin ze zich prettig voelen. Hoe leuk die spijkerbroek ook staat, vraag je af of die het gedoe wel waard is.

2. Comfortabele omgeving: Zorg voor een fijne plek met gedempt licht, een prettige geur en zachte dekentjes of kussens. Dit kan een veilige haven zijn waar ze zich kunnen opladen. 

3. Prikkels verminderen:

   – Gebruik verduisterende gordijnen en zet het licht op een laag pitje. 

   – Creëer stilte in huis of bied noise-cancelling koptelefoons aan. 

   – Let op geuren in huis, zoals sterk parfum of schoonmaakmiddelen. 

4. Leer ze zichzelf begrijpen: Praat met je kind over hoe hun gevoeligheid werkt. Laat ze zien dat het normaal is om anders te zijn en help hen mild naar zichzelf te kijken. 

5. Communicatie: Stimuleer je kind om woorden te geven aan wat ze voelen en nodig hebben. Zo leren ze hun behoeften te uiten naar anderen, wat meer begrip kan opleveren. 

Zintuiglijke gevoeligheid en stress

Opvallend is dat de gevoeligheid onder stress vaak groter wordt. Het kan dus een teken zijn dat je kind niet lekker in zijn vel zit. Dan tellen de prikkels en de stress als het ware bij elkaar op, waardoor er sneller een overload ontstaat, die zich kan uiten in het terugtrekken of een emotionele uitbarsting.

Naast praktische oplossingen is het essentieel om te onderzoeken wat maakt dat de stress oploopt en vooral ook, wat je er aan zou kunnen doen. Want wanneer de stress afneemt, zullen de heftige reacties ook minder worden.

Wat kun je doen?

– Herken de signalen van stress en probeer te achterhalen wat de stress veroorzaakt. 

– Creëer momenten van ontspanning, zoals samen een boek lezen, knutselen of in de natuur zijn. 

– Bespreek met je kind wat hem of haar helpt om spanning te verminderen. 

Door de stress te verminderen, zullen ook de heftige reacties op prikkels afnemen. 

Zintuiglijke hypergevoeligheid als kracht

Hoewel de gevoeligheid van je kind soms uitdagend kan zijn, biedt het ook prachtige kansen. Hun intense beleving van de wereld maakt hen vaak creatief, opmerkzaam en gevoelig voor schoonheid in de kleinste dingen. Door hen te ondersteunen en te helpen hun gevoeligheid te omarmen, geef je hen de ruimte om deze unieke eigenschap als kracht in te zetten. 

Met de juiste aanpassingen en begrip kunnen hoogbegaafde kinderen niet alleen leren omgaan met hun gevoeligheid, maar er ook van genieten en er trots op zijn.

Kenmerken zintuiglijke overexcitability:

Hieronder staan een aantal kenmerken op een rij. Je kan ze zelf invullen voor je kind. Het is ook erg leuk om het samen met je kind te doen. Het helpt je kind zichzelf beter te begrijpen. Vandaar dat ze geschreven zijn vanuit de Ik-vorm.

O Ik ben gevoelig voor geuren, smaken, geluid, licht en/of aanraken.

O Ik waardeer de schoonheid van bijvoorbeeld kunst, toneel of muziek.

O Ik wil me graag comfortabel voelen.

O Ik heb last van labels en naden in kleding.

O Ik liep als baby/dreumes niet graag op blote voeten.

O Ik ben snel afgeleid door geluiden, geuren, temperatuur of dingen die ik zie.

O Ik heb behoefte de aandacht op de eisen.

O Ik eet/koop te veel.

O Ik raak graag dingen aan.

De meeste mensen herkennen elementen uit meerdere hyperprikkelbaarheden (overexcitabilities). Meestal zijn er 1 of 2 die het meest intens worden ervaren. Deze herkennen helpen om bepaalde gedragingen van hoogbegaafden beter te begrijpen en eventuele begeleiding hier op af te stemmen.

De lijst is gebaseerd op het boek: Leven met intensiteit (Daniels en Piechowski).

Emotionele overexcitability bij hoogbegaafde kinderen: Hoe ga je ermee om?

Hoogbegaafdheid gaat altijd samen met sensitiviteit of, zoals Dabrowski ze omschrijft, hyperprikkelbaarheden (overexcitabilities). Hij onderscheid deze gevoeligheden op 5 gebieden. Hieronder vindt je een opsomming van de veel voorkomende kenmerken.

1. Psychomotorisch

2. Zintuiglijk

3. Intellectueel

4. Verbeeldend

5. Emotioneel

Eén van de meest in het oog springen en meest uitdagende voor ouders is de emotionele hyperprikkelbaarheid (overexcitability) Daar gaat deze blog over. Waarin we zowel kijken naar de uitdagingen en hoe je daar dan mee om kan gaan, als de mooie kanten. Want die vallen misschien wat minder op, maar zijn er zeker ook!

Emotionele overexcitabilitie

Emotioneel gevoelige kinderen ervaren hun emoties intens en ze reageren hier sterker op dan andere kinderen. Ze zijn vaak empathisch en kunnen diep geraakt worden door wat anderen voelen of door bepaalde situaties. Dit zijn de kinderen die bijvoorbeeld heel verdrietig kunnen worden van het leed van een ander.

Ze laten vaak al jong hoge mate van zelfreflectie zien, hebben een sterk rechtvaardigheidsgevoel en kunnen moeite hebben met kritiek of afwijzing. Deze eigenschap kan zich ook uiten in stemmingswisselingen of het voelen van intense vreugde of verdriet.

Leren grenzen aan te geven

Doordat deze kinderen, vanuit hun enorm sterke empathische vermogen, precies aanvoelen wat een ander nodig heeft, kunnen zij zichzelf gaan wegcijferen. Want grenzen aangeven is heel lastig als jij ervaart wat dit met een ander doet. Om dat ongemak te vermijden kunnen ze stoppen met het aangeven van grenzen. Dit is een vaardigheid waar je extra aandacht aan wilt besteden in de opvoeding. Zodat ze leren op een gezonde manier en met respect voor iedereen (dus ook zichzelf) grenzen aan te geven.

De combinatie met de intellectuele overexcitability

Als je kind zich overweldigd voelt door de grote eigen emoties en ook een sterke intellectuele overexcitability heeft, dan kan het “vluchten” in zijn/haar hoofd. Door alles weg te redenen vanuit de ratio, ga je weg bij wat je voelt. Soms zover weg dat je een soort “wandelend hoofd” wordt, wat zich niet eens bewust meer is van wat dat lijf eigenlijk voelt.

Het is heel belangrijk dat je kind verbonden blijft met de emoties en het lichaam. Want daar zitten ook de signalen die je waarschuwen als er iets niet fijn is. Die je helpen herkennen wanneer je emoties oplopen, wanneer je hart aangeeft dat het een andere keuze zou willen maken dan je hoofd bedacht heeft. En er zit ook het genieten van alles wat je kan voelen. Wat ook juist de kracht is van deze kinderen. Dat echte genieten en die intense vreugde.

Stimuleer het in verbinding blijven met het lichaam door bijvoorbeeld lichaamsgerichte vragen te stellen. Waar voel je die emotie in je lijf? Hoe voelt het daar dan? Is dat warm of koud? Groot of klein? Hard of zacht? Zo oefent je kind bewust de aandacht te verplaatsen van het hoofd naar het lijf en te voelen wat daar gebeurt.

Tips om met de emoties van je kind om te gaan

  • Laat ze er zijn

Ze zijn soms heel heftig, wat het enorm lastig kan maken. Voor jou als ouder, voor de omgeving. En helemaal in die combinatie, want dan heb je ook nog eens het oordeel van die ander erbij (als je pech hebt ook nog de goedbedoelde adviezen).

Probeer toch ze volledig te accepteren. Het zijn emoties die erbij horen. Natuurlijk stel je grenzen over het uiten, wanneer het niet veilig of respectvol is voor anderen. Maar beperk jouw input. Zeker op het moment zelf, want vaak is dat de spreekwoordelijke “olie op het vuur”.

  • Wees een voorbeeld

Als jij deze overexcitability ook herkent bij jezelf, heb je een extra uitdaging. Want wat je met woorden ook zegt, kinderen kijken vooral naar wat je doet. Voordat je nu allemaal tools gaat leren om je kind te helpen met emotieregulatie, start eerst eens bij jezelf. Anders heeft het geen zin. Sterker nog, dan gaat het tegen je werken. Want je kind hoort dat je met woorden het ene zegt en in daden het andere laat zien. Dat beïnvloed jouw betrouwbaarheid in de ogen van je kind op een negatieve manier. Wat kan zorgen voor een onveilig gevoel, wat grote emoties in de hand werkt.

Dus altijd eerst beginnen bij jezelf. Leren accepteren dat dit kenmerken zijn die bij jou horen, soms fijn om te hebben, soms minder fijn. Ervaar wat emoties doen bij jou, hoe je reageert, wat je anders kan doen. En ga aan de slag met het verbeteren van je eigen emotieregulatie. Goed voorbeeld doet volgen.

Misschien een open deur, maar zelfzorg is hierbij geen luxe, maar noodzaak! Doe dat! Zodat jij kalm kan blijven op dit soort momenten. Voor jezelf en voor je kind.

  • Blijf gericht op oplossingen

Verleg de aandacht zodra de heftigste emoties voorbij zijn naar het bedenken van een mogelijke oplossing. Focus op de toekomst, weg van de oorzaak, weg van de emotie, richting de uitweg. Niet omdat de emotie er niet mag zijn, maar omdat je je kind wilt leren hoe ze hier uit kunnen komen, zodat ze in de toekomst jou steeds minder nodig hebben en het zelf leren.

  • Werk samen aan het versterken van emotieregulatie

Emotieregulatie is een vaardigheid. Het is dus iets wat je kan trainen en hoe meer je traint, hoe beter je wordt. In Hoogbegaafd Opvoeden leer je hier diverse tools voor.

Oefenen door spel

Door het spelen van spellen kan je op een leuk manier werken aan het versterken van o.a. de emotieregulatie van je kind. Vliegt nu het speelbord nog door de kamer? Bouw dan rustig op. Begin bijvoorbeeld met een kort spelletje van 10-15 minuten. En hou het in het begin bij 1 potje. Het is voor iedereen fijner als het gezellig is en blijft tot het einde. Dat nodigt ook de volgende keer meer uit om een spel te gaan doen.

Spellentips

  • Dobble
  • Speedy Ants
  • 20 second showdown
  • Magic Maze
  • Hey That’s My Fish
  • Just One
  • Ligretto
  • Menara
  • Ubongo
  • Vlotte Geesten

En vliegen de spelonderdelen door de kamer? Wacht dan tot de heftigste emotie voorbij is en heb het er in rust met je kind over wat het dacht, voelde, besloot waardoor er zoveel emoties ontstonden. Zo kan je kind leren herkennen wanneer de emoties overweldigen en welke gedachten en overtuigingen helpend zijn en welke niet. Er is dus heel veel te winnen door het spelen van een spelletje!

Kenmerken emotionele overexcitability:

Hieronder staan een aantal kenmerken op een rij. Je kan ze zelf invullen voor je kind. Het is ook erg leuk om het samen met je kind te doen. Het helpt je kind zichzelf beter te begrijpen. Vandaar dat ze geschreven zijn vanuit de Ik-vorm.

O Ik ben zeer gevoelig.

O Ik heb snel extreme emoties.

O Ik voel me vaak verantwoordelijk of schuldig voor dingen.

O Ik wordt beïnvloed door de stemming van anderen.

O Ik vind het lastig om me aan te passen in een nieuwe omgeving.

O Ik ben vaak zenuwachtig.

O Ik reageer fysiek op emoties (blozen, zweten, hartkloppingen, buikpijn).

O Ik heb een sterk geheugen voor gevoelens.

O Ik ben empathisch.

O Innerlijke dialoog en zelfreflectie horen bij mij.

De meeste mensen herkennen elementen uit meerdere hyperprikkelbaarheden (overexcitabilities). Meestal zijn er 1 of 2 die het meest intens worden ervaren. Deze herkennen helpen om bepaalde gedragingen van hoogbegaafden beter te begrijpen en eventuele begeleiding hier op af te stemmen.

Deze lijst is gebaseerd op het boek: Leven met intensiteit (Daniels en Piechowski).

Is het ADHD of hoogbegaafdheid? De rol van de psychomotorische overexcitability

Inmiddels weten we dat het brein van hoogbegaafden echt anders werkt dan dat van mensen met een gemiddeld IQ. De mogelijkheid om sneller en divergente verbindingen te vormen in het brein, draagt niet alleen bij aan een hoger IQ, maar ook aan het intenser ervaren van de wereld.

Kazimierz Dabrowski omschrijft dit als hyperprikkelbaarheden (overexcitabilities). Hij onderscheid deze prikkelbaarheden op 5 gebieden.

1. Psychomotorisch

2. Zintuiglijk

3. Intellectueel

4. Verbeeldend

5. Emotioneel

Deze blog gaat over de psychomotorische hyperprikkelbaarheid (overexcitability). Waarin we zowel kijken naar de mooie kant, als de uitdagingen.

Psychomotorische overexcitability

Kinderen met een psychomotorische prikkelbaarheid zijn vaak erg beweeglijk en kunnen moeilijk stilzitten. Ze friemelen veel, praten snel en lijken eindeloze energie te hebben. Het valt op dat deze kinderen vaak een sterke eigen wil hebben en emoties op een fysieke manier uiten, zoals door heftige uitbarstingen. Ouders kunnen dit herkennen aan bijvoorbeeld zenuwtrekjes zoals nagelbijten of het kauwen op kleding.

Wanneer je hoogbegaafde kind stress ervaart, kan deze overexcitabilitiy zich uiten door onafgebroken te gaan praten, impulsief gedrag te laten zien, nerveus worden, een intense gedrevenheid laten zien, dwangmatig te gaan handelen. Anderen kunnen je kind dan ook erg overweldigend vinden. 

Naast het zichtbare “drukke” gedrag gaat het ook over het gevoel van binnen. Waarbij opvalt dat er een enorme behoefte is om te bewegen, zowel fysiek (sporten, klimmen en klauteren, etc.) als het in actie willen komen en het vervelend vinden om stil te staan en te moeten wachten. 

Zit eens stil, praat niet zoveel, stop met wiebelen 

Veel kinderen die zich herkennen in deze overexcitability krijgen regelmatig dingen te horen als: ‘zit eens stil, praat niet zoveel, stop met wiebelen’.

Misschien herken je dit wel. Het is heel belangrijk om te begrijpen dat deze kenmerken horen bij wie deze kinderen zijn. Als je ze vraagt om te stoppen met beweging, praten, friemelen, dan vraag je ze dus eigenlijk om een deel te verbergen van wie ze in wezen zijn.

Daarnaast is het voor hun een hele gezonde manier om emoties te reguleren. Het is juist heel knap dat zij van nature aanvoelen hoe ze dat het beste kunnen doen. Voor deze kinderen is dat door wiebelen, friemelen, klikken met een pen. Beperk jij ze daarin, dan kan het zijn dat je daarmee de boze bui over een half uur zelf in de hand hebt gewerkt. Want die emoties, die willen er toch uit.

Is het geen ADHD?

De kenmerken van de psychomotorische overexcitability vertonen overlap met de kenmerken van ADHD. Meer dan eens wordt er bij kinderen gedacht aan ADHD. En het kan inderdaad zo zijn dat ADHD naast de hoogbegaafdheid een rol speelt. Het kan ook zijn dat het een misdiagnose is.

Wanneer je deze theorie als kenmerk ziet van hoogbegaafdheid, dan kan het ook gedrag zijn, wat past bij de overexcitability. Want terwijl deze kinderen heel actief kunnen zijn, zijn ze ook in staat tot gerichte concentratie, als ze voldoende uitgedaagd worden. Wat een wezenlijk verschil is met kinderen met ADHD.

Zorg dus altijd dat de hoogbegaafdheid voorliggend is, dat er passend aanbod komt met voldoende uitdaging. Dan zullen de ADHD-gelijkende gedragingen minder worden en je kind kan dan in volle rust en concentratie bezig kan zijn voor een langere periode,.

Tips voor ouders

  • Laat ze! Wiebelen, friemelen, bewegen…

Zie het voor wat het is. Een prachtige eigenschap die bij ze past. Het past alleen niet altijd bij de (onrealistische) verwachtingen die we tegenwoordig hebben van kinderen. Dus geef ze de ruimte om zich fysiek te uiten.

  • Geef ze een omgeving die bij ze past

Ze moeten al zoveel stil zitten. Terwijl ze dat absoluut niet fijn vinden. Wees je er bewust van als jij meer van hetzelfde vraagt. En vraag je af of het ook anders kan. Beter passend bij wie zij zijn. Is het echt noodzakelijk dat ze thuis aan tafel blijven zitten tot het einde? Of is er ook ruimte om ze alvast te laten beginnen met de tafel afruimen? Moeten ze op een stoel? Of is het ook prima als ze op een yogabal of wiebelkruk zitten (er zijn tegenwoordig gelukkig ook hele stijlvolle varianten die niet zullen misstaan in je woonkamer).

Kijk waar de ruimte zit voor jou, in jouw regels en verwachtingen. En creëer daarmee bewegingsruimte voor je kind.

  • Laat ze sporten en buitenspelen

Ik snap dat het allemaal in je budget en agenda moet passen. Maar sporten helpt deze kinderen enorm. Lukt het niet om ze 3 keer in de week naar de sportclub te brengen? Zorg dan dat ze in elk geval lekker veel buiten spelen. En ga zelf mee. Ook goed voor jou fysiek en mentale gezondheid.

  • Neem zelf afstand

Als jij last hebt van hun beweeglijkheid of de geluiden die ze daarbij maken (als je eenmaal op dat klikken van de pen gaat letten…). Neem dan zelf even afstand. Want heel objectief gezien is het klikken met een pen, gewoon klikken met een pen. Het is jouw beleving erbij die het bestempelt als irritant. Geef jezelf de ruimte, loop weg, zet een muziekje aan wat het geluid overstemt of wiebel en friemel zelf even lekker mee.

Kenmerken psychomotorische overexcitability:

Hieronder staan een aantal kenmerken op een rij. Je kan ze zelf invullen voor je kind. Het is ook erg leuk om het samen met je kind te doen. Het helpt je kind zichzelf beter te begrijpen. Vandaar dat ze geschreven zijn vanuit de Ik-vorm.

O Ik beweeg graag en veel.

O Ik praat vaak en snel.

O Ik heb veel energie.

O Ik hou niet van stil zitten.

O Ik heb weinig slaap nodig.

O Ik ben vaak impulsief.

O Ik hou van competitie.

O Emoties komen bij mij fysiek tot uiting.

O Ik heb een heel sterke wil.

O Ik ben gevoelig voor het ontwikkelen van zenuwtrekjes (bijvoorbeeld tics of nagelbijten)

De meeste mensen herkennen elementen uit meerdere hyperprikkelbaarheden (overexcitabilities). Meestal zijn er 1 of 2 die het meest intens worden ervaren. Deze herkennen helpen om bepaalde gedragingen van hoogbegaafden beter te begrijpen en eventuele begeleiding hier op af te stemmen.

Het kan jou ook helpen om er een open en positief gesprek over te hebben met je kind. Want misschien oordeelde jij ook wel veel over dat drukke gedrag en heb je vaak gevraagd of je kind daarmee wilde stoppen. Dan is dit een mooi moment om uit te spreken dat jij ziet dat het een kwaliteit is. En jij het vanaf nu ook zo gaat benaderen.

De lijst is gebaseerd op het boek: Leven met intensiteit (Daniels en Piechowski).

De wereld intens ervaren: de 5 Overexcitabilities bij hoogbegaafde kinderen

Vaak valt ouders eerst de hoogsensitiviteit bij hun kind op. “Maar hoogbegaafd? Dat denk ik niet.” Uit onderzoek blijkt dat vrijwel iedereen die hoogbegaafd is, ook kenmerken van hoogsensitiviteit vertoont. Wanneer we praten over hoogbegaafdheid, kan je er meestal van uitgaan dat er ook sprake is van hoogsensitiviteit.

Hoogsensitiviteit als kracht

Hoewel hoogsensitiviteit vaak als een last kan worden gezien, is het belangrijk te beseffen dat het juist ook een kracht kan zijn. De Poolse psycholoog Kazimierz Dabrowski beschouwde hoogsensitiviteit zelfs als een superkracht. Hij verdeelde de kenmerken van hoogsensitiviteit in vijf verschillende vormen van “overexcitabilities”, ofwel hypergevoeligheden. Hieronder gaan we dieper in op deze vormen, zodat je als ouder of begeleider deze eigenschappen bij je kind beter kunt herkennen en ondersteunen.

1. Psychomotorische overexcitability

Deze gevoeligheid heeft te maken met beweging. Kinderen met een psychomotorische gevoeligheid zijn erg beweeglijk en kunnen moeilijk stilzitten. Ze friemelen veel, praten snel en hebben een enorme hoeveelheid energie. Het valt op dat deze kinderen een sterke eigen wil hebben en emoties op een fysieke manier uiten, zoals door heftige uitbarstingen. Dit gedrag kan soms worden aangezien voor ADHD, maar kan dus ook een teken zijn van de psychomotische overexcitabilitie. Andere kenmerken zijn zenuwtrekjes, nagelbijten of het kauwen op kleding.

Positief gezien is het ook de spanning en drukte die in hun hoofd zit eruit laten via het lichaam. Het is een enorme gedrevenheid, bakken energie en groot enthousiasme.

2. Zintuiglijk overexcitability

Veel ouders herkennen de uitdagingen met het vinden van de juiste kleding. Elk labeltje, draadje en naadje wordt gevoelt. En dit levert vaak irritatie op, soms zoveel dat aankleden een enorme strijd oplevert en uren kan duren. Of liever geen eten met stukjes willen, omdat die structuur geen fijn mondgevoel geeft. Of last hebben van de geur van etenswaren, sterke parfum of (erger nog) andere mensen ruiken.

Je ziet deze overexcitabilitie ook terug bij je kind in het intens kunnen genieten van muziek en andere mooie geluiden. Het helemaal kunnen verdwijnen in die heerlijk zachte deken en enorm kunnen genieten van lekker eten. Soms kunnen ze juist ook enorm genieten van een lekkere geur, die ze direct terug brengt naar een fijne herinnering.

3. Intellectuele overexcitability

Intellectueel gevoelige kinderen zijn vaak diepe denkers, nieuwsgierig en leergierig. Ze houden van lezen, leren en het oplossen van complexe problemen. Deze kinderen kunnen zich vaak lange tijd concentreren, mits het onderwerp hen interesseert. Ze stellen veel vragen en hebben een scherp observatievermogen. Ouders van intellectueel gevoelige kinderen krijgen regelmatig te maken met de uitdaging dat hun kind verder is in kennis dan leeftijdsgenoten, wat voor problemen kan zorgen op school. Het is belangrijk om deze leergierigheid niet te remmen, maar juist te stimuleren.

4. Verbeeldende overexcitability

Dit type gevoeligheid heeft te maken met de verbeelding. Deze kinderen hebben een levendige fantasie en kunnen diep opgaan in hun eigen wereld. Ze houden van dagdromen en spelen vaak creatief spel. Dit zijn de kinderen die verhalen verzinnen en met plezier hun fantasieën uitwerken in tekeningen of spel. Deze eigenschap kan ervoor zorgen dat ze moeite hebben met het verschil tussen fantasie en werkelijkheid, wat soms als problematisch kan worden gezien door anderen.

5. Emotionele overexcitability

Emotioneel gevoelige kinderen ervaren hun emoties intens. Ze zijn vaak empathisch en kunnen diep geraakt worden door wat anderen voelen of door bepaalde situaties. Dit zijn de kinderen die bijvoorbeeld heel verdrietig kunnen worden van het leed van een ander. Ze hebben een sterk rechtvaardigheidsgevoel en kunnen moeite hebben met kritiek of afwijzing. Deze eigenschap kan zich ook uiten in stemmingswisselingen of het voelen van intense vreugde of verdriet.

Intens beleven, waarom “gewone” dingen complex voelen

Soms zit al dat intens beleven je kind in de weg. Zo kan een schoolreisje soms al eindigen voordat het  begonnen is. Gewoon omdat de spanning zo alles overheersend is, dat ze echt niet meer durven. En ouders geen andere mogelijkheid zien dan het kind thuis te houden.

Wat maakt nou dat deze uitstapjes voor hoogbegaafde kinderen zo intens spannend zijn? Deels komt dit door het hoge IQ. Want ze kunnen gewoon simpelweg veel meer vragen en dingen die mogelijk mis kunnen gaan bedenken. Deze kinderen zijn van nature veel sneller bang of ongerust dan leeftijdsgenoten. Vooral in onzekere en onbekende situatie.

Daar bovenop komt het intens voelen van alle emoties en spanning die zich voordoen rondom deze spannende dag. Want ze voelen niet alleen sterker hoe dat labeltje kriebelt in hun nek. Ze voelen ook veel diepgaander hun eigen emoties. Terwijl ze daar, met hun jonge leeftijd, nog niet altijd goed mee om kunnen gaan.

Hoe ga jij om met de gevoeligheid?

Laat emoties er zijn: en accepteer ze (ook in communicatie) is belangrijk, dus luister zonder het op te willen lossen. Toon begrip, zonder er helemaal in mee te gaan. Laat het er gewoon even zijn. Dan zakt het vanzelf en kan je daarna praten over wat helpend kan zijn.

Bereid samen voor: Door met je kind te bespreken welke vragen er zijn en die te beantwoorden, neem je al veel zorgen weg. Vaak is er online veel informatie te vinden, over de reis, de locatie, maar ook over wat er mis kan gaan en welke adviezen er zijn voor dat soort situaties.

Maak een Plan B: Daarnaast helpt het om een Plan B te maken samen. Want er zal vast wel iets mis gaan, maar als je kind weet wat te doen (een Plan B heeft), zal het met meer vertrouwen iets spannends tegemoet treden. Bijvoorbeeld: Als je kind zich zorgen maakt over het kwijt raken van de juf, dan kan je (bij voorkeur samen met de juf) afspreken waar of naar wie het kind dan toe gaat en wat het dan kan zeggen.

Het is geen aanstellerij!

Als er een naadje in de sok niet goed zit, er nog een labeltje in de kleding is blijven zitten, het licht  te fel is, de geur te sterk of het geluid te hard is, dan kunnen hoogbegaafde kinderen daar extreem heftig op reageren. Soms tot grote ergernis en onbegrip van de omgeving. “Stel je niet aan” of “doe niet zo overdreven” is iets wat deze kinderen meermaals in hun jonge leven zullen horen.

Realiseer je dat het geen aanstellen is! Je kind voelt of ervaart deze emoties echt zo intens. Het drama is niet om jouw te pesten, is geen toneelspel en je kind kan er niets aan doen. Het heeft jouw begeleiding nodig om hier mee om te leren gaan.

Conclusie

Het brein van hoogbegaafden werkt wezenlijk anders dan dat van mensen met een gemiddeld IQ. De mogelijkheid om sneller en divergente verbindingen te vormen in het brein, draagt niet alleen bij aan een hoger IQ, maar ook aan het intenser ervaren van de wereld. Dit heeft fantastische voordelen, waar je samen met je kind enorm van kan en mag genieten. Zodat je op andere momenten je kind met milde ogen kan begeleiden om te gaan met de soms zo overweldigende intensiteit.

Asynchrone ontwikkeling: Begrijp de uitdagingen en mogelijkheden van hoogbegaafde kinderen

Als we denken aan hoogbegaafde kinderen, denken we aan hun bovengemiddelde capaciteiten en het feit dat ze voor lopen in hun ontwikkeling. Wat vaak leidt tot de veronderstelling dat hun ontwikkeling op alle fronten sneller verloopt. Maar die aanname klopt niet. Hoogbegaafde kinderen ontwikkelen zich asynchroon: waarbij bijvoorbeeld de cognitieve ontwikkeling voorloopt, de fysieke ontwikkeling past bij de kalenderleeftijd en de emotionele ontwikkeling zijn eigen tempo volgt. Dit kan voor veel verwarring en innerlijk conflict zorgen, zowel voor het kind zelf als voor de omgeving.

Wat is Asynchrone ontwikkeling?

Bij asynchrone ontwikkeling ontwikkelen verschillende gebieden van het kind zich op uiteenlopend tempo. Een hoogbegaafd kind van tien jaar kan bijvoorbeeld denken op het niveau van een zestienjarige, maar nog steeds de motorische vaardigheden van een tienjarige hebben en de emotionele ontwikkeling van een achtjarige laten zien. Deze mix van leeftijden en ontwikkelingsniveaus binnen één kind kan verwarrend zijn en leiden tot een voortdurend innerlijk conflict.

Dit kan zich uiten in frustratie en emotionele uitbarstingen. Ook bij jou als ouder of bij de leerkracht kan dit tot frustratie en onbegrip leiden. Als ouder sta je er soms van te kijken hoe goed je kind iets verbaal kan verwoorden, maar toch emotioneel overstuur raakt of moeite heeft met het uitvoeren van de taak die zojuist in geuren en kleuren besproken is. Ook in de klas kan het zorgen voor verwarring. Zeker als de hoogbegaafdheid zich op school minder laat zien, kan deze asynchrone ontwikkeling gezien worden als ‘bewijs’ dat je kind helemaal niet zo slim is.

Gebieden van asynchrone ontwikkeling

Er zijn verschillende gebieden waarin de asynchrone ontwikkeling bij hoogbegaafde kinderen duidelijk zichtbaar is:

1. Cognitief: Hoogbegaafde kinderen lopen vaak ver voor op hun leeftijdsgenoten op cognitief gebied. Ze kunnen complexere problemen aan, hebben creatieve ideeën en zijn geïnteresseerd in onderwerpen die je niet verwacht bij een kind van die leeftijd.

2. Motorisch: Op fysiek vlak ontwikkelen hoogbegaafde kinderen zich doorgaans volgens hun kalenderleeftijd. Terwijl hun brein in staat is om gecompliceerde plannen te maken, kan hun lichaam nog niet meedoen. Zo kan een kind bijvoorbeeld precies weten hoe het een schilderij wil maken, maar ontbreekt de fijne motoriek om het daadwerkelijk uit te voeren.

3. Emotioneel: Dit is misschien wel het meest complexe aspect. Terwijl hoogbegaafde kinderen vaak al heel volwassen onderwerpen begrijpen, moeten ze deze complexe informatie verwerken met de emotionele vaardigheden die passen bij hun eigen leeftijd. Dit kan leiden tot gevoelens van overweldiging of zelfs intense frustratie wanneer ze de problemen waar ze over nadenken niet kunnen oplossen.

4. Verbaal: Veel hoogbegaafde kinderen hebben een snelle taalontwikkeling. Ze zijn al jong verbaal sterk en laten dit zien door heel vroeg te beginnen met praten of juist ineens complete volzinnen te laten horen. Naarmate ze ouder worden blijft de complexiteit van de zinsopbouw en de gebruikte woorden opvallend. Deze ontwikkeling verloopt dus sneller dan die van hun leeftijdsgenoten.

5. Sociaal: Hoogbegaafde kinderen lopen voor op hun leeftijdsgenoten hierin. Ze hebben meer inzicht in de sociale context. Ze hebben een groter begrip van vriendschap, waarin ze loyaal en trouw laten zien.

Sociaal- emotioneel zwak?

Een veel gehoorde misvatting is dat hoogbegaafde kinderen sociaal-emotioneel zwak zijn.

Sociale cognitie is gekoppeld aan de cognitieve ontwikkeling. De stelling dat veel hoogbegaafde kinderen sociaal-emotioneel achterlopen, klopt dan ook niet. Hoogbegaafde kinderen ontwikkelen zich juist vaak snel en sterk op sociaal gebied. Ze doorzien sociale situaties goed, zijn meesters in het inschatten wat er van ze verwacht wordt in de sociale context en weten zich feilloos aan te passen. Ze hebben grote verwachtingen van vriendschappen. En je kan al op jonge leeftijd bijna volwassen gesprekken met ze voeren, waarin ze heel goed hun eigen beleving kunnen delen, diepgaande vragen kunnen stellen ne goed getimede humor toe kunnen voegen.

De emotionele ontwikkeling is niet gekoppeld aan cognitie. Wat betekent dat hoogbegaafde kinderen niet standaard sneller ontwikkelen op dit gebied. Maar het betekent ook niet dat ze zich langzamer ontwikkelen. Ze ontwikkelen zich passend bij de leeftijd.

Aandachtspunten hierbij zijn:

  • Het zien van grote emoties bij hoogbegaafde kinderen kan verklaard worden vanuit de emotionele gevoeligheid en intensiteit die zo kenmerkend is voor hoogbegaafde kinderen,
  • Er wordt in veel gevallen een groter beroep gedaan om de emotieregulatie van hoogbegaafde kinderen, doordat ze zich vaak in een omgeving bevinden waarin weinig gelijkgestemden zijn,
  • Emotieregulatie is een vaardigheid die te trainen is.

Het gevaar van overschatting

Een veelvoorkomende uitdaging bij het opvoeden van hoogbegaafde kinderen is overschatting. Omdat deze kinderen vaak heel goed kunnen verwoorden wat ze denken en voelen, kan het voor ouders en leerkrachten moeilijk zijn te begrijpen waarom het kind bepaalde taken niet kan uitvoeren. Dit leidt vaak tot de misvatting dat als het kind iets niet doet, het komt doordat het niet wil, in plaats van dat het simpelweg niet kan.

Uitspraken zoals “Je kunt het wel als je het maar wilt” kunnen frustrerend en schadelijk zijn. Het is belangrijk om te begrijpen dat hoogbegaafde kinderen soms gewoon de vaardigheden nog niet hebben om hun ideeën uit te voeren, ondanks hun vermogen om ze onder woorden te brengen.

Wat kan je als ouder doen?

Als ouder is het cruciaal om begrip en geduld te tonen. Hoogbegaafde kinderen hebben vaak hulp en ondersteuning nodig bij hun fysieke en emotionele ontwikkeling. Hieronder een paar suggesties:

– Wees bewust van hun ontwikkelingsniveau: Probeer in te schatten waar jouw kind staat op de verschillende ontwikkelingsgebieden. Dit kan je helpen om beter te begrijpen waarom ze op bepaalde vlakken vooruitlopen, terwijl ze op andere vlakken gedrag passend bij hun kalenderleeftijd laten zien of zich langzamer ontwikkelen dan leeftijdsgenoten.

– Bied ondersteuning waar nodig: Vooral op motorisch vlak kunnen kinderen hulp nodig hebben om hun lichaam mee te laten komen met hun brein. Denk hierbij aan het oefenen van fijne motoriek of het aanbieden van hulpmiddelen om fysiek uitdagende taken te vereenvoudigen.

– Help met het reguleren van emoties: Omdat hoogbegaafde kinderen vaak gevoeliger zijn, kunnen emoties hen soms overweldigen. Help ze met tools om hun emoties te reguleren en creëer een veilige omgeving waarin ze deze emoties kunnen uiten zonder oordeel.

– Wees mild bij frustratie: Wanneer een kind zich overweldigd voelt of gefrustreerd raakt, is het belangrijk om niet te snel te oordelen. Probeer te begrijpen wat er aan de hand is en bied ondersteuning waar nodig. Dit kan veel innerlijke stress verlichten.

Conclusie

Het opvoeden van een hoogbegaafd kind is uitdagend, maar door te begrijpen hoe hun ontwikkeling werkt en hen te ondersteunen op de juiste vlakken, kun je hun innerlijke conflicten helpen verlichten. Asynchrone ontwikkeling vraagt om geduld, begrip en een milde benadering. Vergeet niet: ook al kunnen ze denken en praten als een zestienjarige, uiteindelijk zijn het gewoon kinderen die leeftijdsadequaat gedrag laten zien.