Waarom je kind ‘nee’ zegt en hoe vragen stellen de weg naar ‘ja’ kan zijn

Als ouder wil je dat jouw kind verantwoordelijkheid leert nemen, oplossingen bedenkt, en zich prettig voelt bij zijn of haar eigen keuzes. Maar vaak is het verleidelijk om te vervallen in directe opdrachten. We zeggen bijvoorbeeld “doe je jas aan” of “maak je huiswerk af.” Op deze manier krijgen kinderen weinig ruimte om actief mee te denken, wat hun motivatie om zelfstandig te handelen.

Een krachtige tool die helpt om je kind wel in beweging te krijgen, is het stellen van vragen. Door vragen te stellen, geef je jouw kind de kans om zelf oplossingen te bedenken, waardoor het verantwoordelijkheidsgevoel en de commitment wordt vergroot. In deze blogpost deel ik enkele effectieve manieren om vragen in te zetten in de opvoeding en de impact daarvan.

Het verschil tussen herinneringsvragen en converserende vragen

Het stellen van vragen kan op verschillende manieren worden toegepast. Een herinneringsvraag helpt je kind iets te bedenken dat het eigenlijk al weet, zoals “Wat heb je nodig om het niet koud te krijgen buiten?” Dit soort vragen stimuleert de eigen kennis van je kind, zonder dat jij direct een opdracht geeft.

Converserende vragen zijn vaak open vragen en gaan een stap verder. Ze nodigen je kind uit om echt na te denken en betrokken te worden. Stel bijvoorbeeld: “Hoe zou jij willen dat de ochtendroutine verloopt?” In plaats van jouw regels op te leggen, geef je je kind de ruimte om mee te denken en verantwoordelijkheid te nemen in de planning van de dag. Deze vragen leiden vaak tot diepere gesprekken en versterken de band tussen ouder en kind.

Herinneringsvragen gebruik je het best op het moment zelf. Converserende vragen stel je op een neutraal moment, waardoor je je kind de ruimte geeft om zij/haar mening te delen op een passend moment (en niet in “het heetst van de strijd”)

Het risico van vragen stellen waar je het antwoord niet op wilt weten

Een vraag stellen betekent dat je openstaat voor een antwoord. Als je een vraag stelt, maar eigenlijk geen zin hebt om naar het antwoord te luisteren, kan je de vraag beter helemaal niet stellen. Kinderen voelen het meteen wanneer hun inbreng niet echt op prijs wordt gesteld. Hierdoor kunnen ze het gevoel krijgen dat hun mening er niet toe doet, wat uiteindelijk hun motivatie om actief mee te denken verkleint. Bij een volgende vraag, waarop je wel echt geïnteresseerd bent in hun antwoord, zullen ze dan sneller afhaken; want de vorige keer nam je hen ook niet serieus, dus waarom de moeite doen.

Als ouder is het daarom belangrijk om bewust te kiezen tussen het stellen van een vraag en het geven van een duidelijke opdracht. Vraag jezelf af: “Wil ik echt weten wat mijn kind denkt, of wil ik liever dat hij of zij gewoon doet wat ik vraag?” Door hierin helder te zijn, voelt je kind zich gewaardeerd en serieus genomen. En het scheelt jou veel tijd op momenten waarop jij beslist.

Zelfreflectie en het nemen van eigen verantwoordelijkheid

Een krachtige manier om kinderen betrokken te maken bij het dagelijks proces, is door hen zelf te laten reflecteren en meedenken over wat werkt. In plaats van te zeggen “maak nu je huiswerk,” vraag: “Wat is je plan voor je huiswerk?” of “Wanneer denk je dat je het af hebt?” Dit moedigt ze aan om hun eigen planning te maken, wat hun zelfstandigheid en eigenwaarde vergroot. Ook zullen ze een groter verantwoordelijkheidsgevoel tonen naar het uitvoeren van hun eigen plan.

Maak van vragen stellen jouw nieuwe routine

Het stellen van vragen kan in het begin onwennig voelen. Net als bij elke nieuwe vaardigheid is het oefenen de sleutel. Schrijf eens wat veelgebruikte zinnen op die je vaak als opdracht geeft, en probeer deze om te zetten in vragen. Bijvoorbeeld:

– “Ga je huiswerk maken!” wordt “Wat is je plan voor je huiswerk?”

– “Trek je pyjama aan!” wordt “Wat kun je doen nu je naar bed gaat?”

– “Vergeet je jas niet” wordt “Wat heb je nodig om niet koud te krijgen buiten?”

Door deze omslag te maken, geef je jouw kind de ruimte om zelf na te denken en beslissingen te nemen. Het helpt om vragen voor jezelf voor te bereiden, zodat je een paar belangrijke vragen paraat hebt.

Samengevat: vragen stellen zorgt voor meer samenwerking

Vragen stellen in plaats van opdrachten geven, helpt je om je kind meer verantwoordelijkheid en eigenaarschap te geven in de dagelijkse routines. Door met een open houding te luisteren naar de antwoorden, toon je respect voor hun inbreng en versterk je hun motivatie om samen te werken.

Maak van het stellen van vragen een gewoonte in je communicatie. Zo leer je je kind niet alleen om problemen zelfstandig op te lossen, maar leg je ook de basis voor een relatie waarin ruimte is voor begrip, vertrouwen en samenwerking. Deze aanpak helpt ouders om rust en verbondenheid te creëren binnen het gezin, terwijl kinderen op een natuurlijke manier leren om zelfstandig en zelfverzekerd te handelen.

Disclaimer 😉

Niet alleen voor jou is dit een nieuw te leren vaardigheid. Ook voor je kind vraagt dit oefening. Verwacht dus niet direct een antwoord! Zeker niet het juiste antwoord. En ook de actieve handeling zal soms even op zich laten wachten. Heb geduld! Weet dat er zich bij elke vraag die jij stelt nieuwe, sterkere patronen vormen in het brein. Waardoor je na verloop van tijd zal zien dat het makkelijker en sneller gaat. Zowel bij jou als bij je kind!

Regels of afspraken? De sleutel tot rust in de opvoeding van je hoogbegaafde kind

Opvoeden is een uitdagende taak en bij hoogbegaafde kinderen komen daar vaak extra uitdagingen bij. Deze kinderen hebben een sterke wil, een groot rechtvaardigheidsgevoel en verlangen naar autonomie. Wat betekent dat regels vaak extra weerstand oproepen. Maar hoe creëer je een omgeving waarin regels zijn en ze worden nagekomen, zonder dat het aanvoelt als een constante strijd?

In deze blog deel ik een aantal inzichten over het verschil tussen regels en afspraken, en hoe deze bijdragen aan meer rust in je gezin. Door kinderen op sommige vlakken meer autonomie te geven, kunnen ze hun behoefte aan autonomie op een positieve manier vervullen. Waarmee de kans afneemt dat ze het later op een minder fijne manier doen. Ook neemt de bereidheid om mee te werken toe als ze het gevoel hebben dat zij inbreng hebben gehad.

Het verschil tussen regels en afspraken

Regels stel jij als ouder. Ze zijn niet-onderhandelbaar en gelden altijd. Ze zijn bijvoorbeeld belangrijk voor de veiligheid. Denk aan: de gordel gaat altijd om in de auto en je we steken samen een drukke straat over.

Afspraken zijn juist de gebieden waar kinderen betrokken worden en inspraak krijgen. En dat kan op meer gebieden dan je misschien denkt. Je kind kan inspraak hebben in bedtijden, maaltijden, ochtendroutines of klusjes.

Regels zijn er, punt. Die bepaal jij! Het kan helpen om kort uit te leggen waarom de regel er is. Denk bijvoorbeeld aan de autogordel: “De gordel gaat om, dit is belangrijk voor je veiligheid”. Je kind hoeft het hier niet mee eens te zijn. Het mag protesteren en mopperen en de regel blijft hetzelfde. Je kan dat ook uitspreken; “De gordel gaat om, dit is belangrijk voor je veiligheid. Ook als je het er niet mee eens bent.”

Door kort en duidelijk te zijn, voorkom je eindeloze discussies en geef je helderheid. Veel ouders proberen hun kinderen zo ver te krijgen dat ze de regel leuk gaan vinden, maar dat hoeft niet. Het gaat erom dat de regel wordt nageleefd.

Voorkom ook teveel uitleggen. De meeste kinderen zullen echt wel snappen dat die gordel belangrijk is voor de veiligheid. Zo niet, dan leg je één keer uit waarom dat is. En als jij het goed hebt uitgelegd, weet je kind het daarna. Je gaat het dan ook niet nog een keer uitleggen. Een zin als “dat heb ik al uitgelegd” of “daar hebben we het vorige week al over gehad” voorkomt dat je toch weer gaat uitleggen (en in een eindeloze discussie verzandt).

Bij afspraken ligt dat anders; ze vragen om overleg en consensus.

Samen met je kind afspraken maken

Hoogbegaafde kinderen hebben vaak een sterke behoefte aan autonomie. Door hen te betrekken bij afspraken, zoals bedtijden of ochtendroutines, voelen ze zich gehoord en van belang.

Zo waren bij ons de ochtenden jarenlang gedoe, elke morgen weer. Dus besloot ik een ochtendroutine in te voeren die elke morgen hetzelfde is. Dat moest heel veel gezeur gaan schelen. Ik maakte een routinekaart, deelde mee hoe we het gingen doen en de strijd bleef. Ik snapte niet hoe het kwam.

Tot ik deze vraag aan onze zoon voorlegde. “Het zit hem in de volgorde, mam. Ik wil eerst even rustig aan wakker worden en kan daarna alles wel doen. Niet andersom, zoals jij had bedacht.”

Ik had er maar weinig vertrouwen in, maar ik gaf hem het voordeel van de twijfel. En hij had gelijk. Voor hem werkte dat beter. En dus voor mij uiteindelijk ook, want het leidde tot minder stress.

Zo kan je ook samen een weekmenu maken, waarin je binnen kaders met elkaar bepaalt wat er die week op tafel komt. Hierdoor krijgen de kinderen inspraak in wat ze eten, waarmee het gezeur afneemt. En door ze richtlijnen mee te geven, zoals “er moet elke dag iets van groente bij,” leren ze verantwoordelijkheid nemen zonder elke avond die strijd.

De kracht van proefperiodes

Het is raadzaam om afspraken een proefperiode te geven. Zo kunnen jullie allebei experimenteren en weet je dat er over een bepaalde tijd geëvalueerd wordt. Bijvoorbeeld, bij het vaststellen van bedtijden kun je een proefperiode van twee weken instellen. Als jij of je kind in die periode merkt dat de afspraak niet werkt, kunnen jullie samen kijken hoe het aangepast kan worden. Een proeftijd geeft kinderen de ruimte om hun eigen keuzes te maken, terwijl het jou de mogelijkheid geeft om bij te sturen als het echt niet werkt.

En het geeft jou de mogelijkheid om één moment te bepalen waarop jullie de afspraak evalueren. Waar je op alle andere momenten naar kan verwijzen. Dus geeft je kind gedurende de proefperiode aan dat het niet tevreden is, dan parkeer jij dat naar het afgesproken evaluatiemoment; “ik hoor dat je niet helemaal tevreden bent, laten we dat bespreken tijdens het evaluatiemoment”. De meeste kinderen zullen nogmaals proberen op dat moment het gesprek aan te gaan. Je kan dan nogmaals aangegeven; “Ik hoor graag je mening tijdens het evaluatiemoment, nu is het bedtijd/eten we dit/zet je de tv uit, zoals we hebben afgesproken”

Sta open voor andere mogelijkheden

Ik hoor regelmatig ouders vertellen over regels die bij hun in huis gelden die echt niet onderhandelbaar zijn. Zo stond ik een tijd geleden langs de lijn bij voetbal en vertelde een moeder dat haar zoon een nieuw tenue had van zijn favoriete voetbalclub. Supertrots was hij erop. Hij wilde het graag aan naar school. Maar dat mocht niet. Want zo’n tenue is voor op het voetbalveld en niet voor op school. Ondertussen dacht ik aan mijn zoon, die in de zomer bijna niet anders draagt dan dit soort tenues. Gewoon omdat ze zo lekker zitten en heerlijk luchtig zijn.

Soms zijn regels die voor jou heel logisch lijken, niet noodzakelijk. Het is oké om van mening te veranderen. Zeker als dit betekent dat je minder strijd hebt met je kind en jullie band verbetert. Geef gewoon aan dat je altijd naar beste inzicht hebt gehandeld, maar toch tot de conclusie bent gekomen dat je er naast zat. Kinderen zijn daarin heel vergevingsgezind.

Opvoeden blijft zoeken naar balans

Opvoeden gaat over het vinden van de juiste balans tussen duidelijkheid en flexibiliteit. Regels geven een gevoel van veiligheid, terwijl afspraken kinderen autonomie bieden. Door kinderen inspraak te geven, voelen ze zich gezien en gewaardeerd. Dat betekent niet dat alles ter discussie staat, maar dat er een balans is tussen jouw grenzen en hun vrijheid.

Op deze manier vergroot je hun zelfstandigheid, terwijl je samen werkt aan een rustige, gestructureerde en liefdevolle omgeving, een plek waar iedereen zich gehoord en gewaardeerd voelt.

Meer leren over hoe je zo’n thuis creëert voor je hoogbegaafde gezin? Meld je dan aan voor Hoogbegaafd Opvoeden

Hoe je de machtsstrijd met je kind doorbreekt: Besluiten wat jij gaat doen

Frustreert het jou ook zo als je hoogbegaafde kind niet doet wat er op dat moment moet gebeuren? En heb je alles al geprobeerd, maar lukt het niet om je kind in beweging te krijgen? Lijkt het of jullie in een machtsstrijd zijn beland en heb je het gevoel dat jij het verlies van je kind?

Zelf merkte ik dat ik regelmatig tegenover mijn kind kwam te staan in een felle strijd. Waarin ik dan nog harder “de baas” ging spelen, de gekste straffen ging bedenken (die echt geen enkele indruk leken te maken, maar ook in de uitvoering vooral voor mij veel werk waren) of een preek ging houden over waarom ze toch vooral enorm gemotiveerd zouden moeten zijn om dit wel te doen (ook zonder resultaat).

Dit wilde ik anders. De eerste stap daarin was erkennen dat jij je kind niet kan dwingen. Je hebt altijd enige vorm van medewerking nodig van je kind. Dus in plaats van de strijd aan te gaan, wil je ze voor je winnen. Zodat ze bereid zijn om mee te bewegen.

In trainingen hoor ik van veel ouders dat de grootste machtsstrijd ontstaat rond eten en slapen. Precies de dingen die je ze niet kan laten doen zonder dat ze enige vorm van medewerking vertonen. En bij uitstek middelen om als kind een krachtmeting aan te gaan met je ouders. Maar ook huiswerk maken, klusjes doen of de tafel dekken vragen coöperatie.

Door te besluiten wat jij zelf anders gaat doen, verander je de dynamiek en laat jij je niet meer verleiden tot die machtsstrijd.

Besluiten wat je gaat doen bestaat uit een aantal stappen. Voordat je aan de stappen van de tool begint, is het heel belangrijk dat je voor jezelf besluit wat je gaat doen.

Besluit voor jezelf wat jij gaat doen

Let er hierbij op dat het iets is wat je ook echt kan uitvoeren. Bedenk dus geen grote, moeilijke dingen die je zou willen doen, ooit, misschien… Maar maak het echt concreet en haalbaar. Hou hierbij rekening met alle bezwaren die je voelt en neem deze serieus.

Als jij weg wilt gaan uit de ruimte, maar je twijfelt over de veiligheid, dan is dat geen goede optie. Want als je vooraf al twijfelt is de kans groot dat je op het “moment supreme” je niet aam je eigen besluit kan houden en toch stiekem even gaat kijken of je kind wel veilig is. Zeker bij de eerste keer dat je dit doet, want reken erop dat je kind alles uit de kast gaat halen om jou weer in de (bekende) machtsstrijd te betrekken.

Heb ook realistische verwachtingen. Onlangs coachte ik een moeder die besloot met een boek op de bank te gaan zitten tot de kinderen de tafel hadden gedekt voor het avondeten. “Ik wil al zolang meer lezen, dan kom ik daar eindelijk eens aan toe”, zei ze verlangend naar die stapel boeken die nog op haar lag te wachten. Helaas moest ik haar even “uit de droom” helpen.

De realiteit is vaak dat je als ouder niet echt toe komt aan dat boek. Zelf lukt het me nauwelijks om mij op iets te concentreren als de kinderen zich op de achtergrond in allerlei bochten wringen om mij te betrekken in hun boosheid of onderling geruzie. In dit geval is het boek slechts een middel om je uit de situatie te onttrekken.

Wil je fysiek aanwezig blijven, maar je emotioneel aan de situatie onttrekken kies dan een activiteit waar je weinig aandacht bij nodig hebt.

Activiteiten die bij andere ouders werken:

Een makkelijke woordzoeker

Een kleurboek

Een handwerkje (breien, haken…)

Was opvouwen

Maar het kan ook gewoon zijn dat jij besluit dat jij om 17.00 uur gaat eten. Wat er ook gebeurd. Wie er ook op kop aan tafel zit. Of wie er niet aan tafel zit. Of er gegeten wordt door de andere of niet. Of ze het lekker vinden of niet. Of ze een discussie willen met je of niet. Jij besluit dat je om 17.00 uur gaat eten en dan doe je dat.

Deel wat je besloten hebt

Als jij voor jezelf een haalbaar en realistisch besluit hebt genomen, dan deel je dit met je kind. Een aantal aandachtspunten hierbij zijn:

  • Kies een “neutraal moment”. Gaat het over eten? Dan niet rond etenstijd, maar ruim voordat je gaat koken. Gaat het over bedtijd? Kies een rustig moment eerder op de dag. Gaat het over ruzie op de achterbank? Bespreek dit dan thuis, ruim voordat je weg gaat.
  • Deel kort en krachtig je besluit.
  • Vertel ook waarom jij dit besluit hebt genomen. Wat maakt dit belangrijk voor jou?

Checken of het duidelijk is

  • Vraag of jij duidelijk bent geweest in je uitleg.
  • Laat je kind(eren) aan jou vertellen wat je besluit is. Zo check je of het goed begrepen is. Zo niet, dan is dit het moment om het nogmaals mee te delen en opnieuw terug te vragen. Verzeker jezelf ervan dat het klopt wat jij terug hoort.

Op het moment dat je terug hebt gehoord wat jouw besluit was, is het gesprek klaar.

Doorpakken

Op het moment waarop je besluit van toepassing is, pak jij door. Dit doe je zonder dit nogmaals aan te kondigen, zonder er woorden aan vuil te maken, zonder herinneren, zonder herhalen van de afspraak, zonder zeuren. Je doet gewoon wat jij besloten hebt te doen.

Laat je niet verleiden door alle trucjes die nu uit de kast komen. Want ze zullen, zeker de eerste keer, alles inzetten om jou van je besluit af te laten wijken. En met hun creatieve, hoogbegaafde brein, weten ze vaak feilloos hoe dit te doen. Wees daarop voorbereid. En realiseer je ook dat dit niet betekend dat het mislukt is. Dit zijn de eerste moeilijke stappen naar verbetering!

In het online programma Hoogbegaafd Opvoeden staan we uitgebreid stil bij wat je kan doen als het toch (nog) niet lukt.

Bedanken voor de medewerking

Het zal misschien de eerste keer niet meteen goed gaan. En ook de tweede keer niet. Zelfs de derde keer nog niet. Maar uiteindelijk wordt het echt beter. En op dat moment bedank jij je kind(eren) voor hun medewerking.

Let er daarbij op dat je duidelijk benoemd wat ze hebben gedaan waar jij ze voor bedankt. Zodat ze weten welk gedrag ze vaker mogen laten zien. Want zeg jij alleen maar “bedankt”, weten ze niet waarvoor precies. Dan heeft het minder waarde en is het moeilijker te herhalen. En laat dat nou precies zijn wat wij graag willen. Dat ze het positieve gedrag herhalen, zodat zij bij kunnen dragen en waardevolle vaardigheden voor de toekomst leren en er meer rust in huis komt.

Beter luisteren door keuzes: Een stappenplan voor ouders

Mijn kind luistert niet!” Dat is wat Marieke, moeder van de 8 jarige Cees, als grootste uitdaging benoemde. “Ik word er doodmoe van”, verzuchtte ze tijdens de eerste training van Hoogbegaafd Opvoeden.

Al na een paar weken was er zoveel verandering merkbaar tussen Marieke en Cees. “Het lukt mij beter om rustig te blijven en hij luistert beter. Ik krijg eindelijk dingen gedaan zonder eindeloze strijd en drama”. En dat door Keuze te bieden.

Marieke had in eerste instantie wel wat twijfels hierbij. Want er is nou eenmaal niet altijd iets te kiezen. En soms moeten ze ook gewoon luisteren toch? In de praktijk bleek echter al snel dat ze meer gedaan kreeg met veel minder discussies. Cees luisterde veel beter, door het anders aan te pakken.

Ook proberen?

Stap 1

Biedt een keuze aan met 2 opties.

Bijvoorbeeld: “wil je een groene of een rode appel?”

Stap 2

Wanneer je kind aangeeft niet te willen kiezen of weigert, geef dan aan dat dit niet bij de keuzes hoort.

Bijvoorbeeld: “dat je geen appel wilt, hoort niet bij de keuzes.”

Stap 3

Benoem nogmaals de keuzes.

Bijvoorbeeld: “je kan kiezen tussen een groene of een rode appel.”

Wanneer je kind dan nog geen keuze wil maken, kan het helpen om te bekrachtigen dat jullie gedeelde macht hebben. Dat doe je door stap 4.

Stap 4

Geef aan dat de keuze aan je kind is. Hiermee leg je de verantwoordelijkheid bij je kind en spreek je de behoefte aan autonomie aan.

Bijvoorbeeld: “het is jouw keuze, jij beslist!”

Stap 5

Hou je mond, bijt op je tong, doe wat er nodig is, maar gebruik niet meer woorden. Elk woord wat jij nu zegt, kan je kind gebruiken om weg te komen bij het maken van de keuze. Dus wacht geduldig af tot je kind kiest.

Herhaal eventueel: “Het is jouw keuze, jij beslist!”

Het is goed om makkelijk te beginnen. Gruwelt je kind van appels, kies dan iets waarmee je meer kans op succes hebt, om het vervolgens op te bouwen naar meer lastige situaties. In welk tempo je opbouwt pas je aan jullie persoonlijk situatie aan. En merk je dat het met moeilijke situaties toch tegen valt, kan je altijd weer terug naar makkelijkere vragen.

Om je alvast een beetje op weg te helpen nog wat voorbeelden van veel voorkomende situaties:

  • Wil je voor of na het eten je huiswerk maken?
  • Wil je voor of na het Jeugdjournaal douchen?
  • Wil je eerst je tanden poetsen of eerst je pyjama aan doen?
  • Wil je bij het oversteken mijn hand vasthouden of zal ik jouw hand vasthouden?
  • Wil je eerst je schooltas inpakken of eerst je jas aandoen?

In het begin zal je kind wat onzeker reageren. “Ik weet het niet” of  “ik kan niet kiezen” zijn opmerkingen die veel ouders krijgen. En dat klopt, want als je kind dit nog nooit gedaan heeft, dan is het heel lastig. Het zal zich onzeker voelen. Misschien voelt het jouw onzekerheid, want wat jij (onbewust) uitstraalt, pikken ze feilloos op. Als er tot nu toe weinig gevraagd is naar een mening zal het twijfelen of je wel echt een antwoord wilt en daar naar zal handelen.

Dit hoort erbij. Net als dat jij het nodig hebt om dit te oefenen, heeft je kind het nodig om te oefenen. Als jouw vertrouwen groeit, zal ook het vertrouwen van je kind groeien. Speel ermee, oefen en heb er plezier in!

Meer tools leren, zodat jij minder drama, discussie en strijd hebt? En je kind beter luistert? In Hoogbegaafd Opvoeden leer ik je alles.

*namen gefingeerd

Niet alles 3 keer hoeven zeggen

“Voor de zoveelste keer, ga je schoenen nou eens aan doen!” Hoor je het jezelf al zeggen? Elke keer opnieuw hetzelfde. Terwijl je kind nog steeds niet doet wat jij zegt en bij jou de irritatie steeds verder oploopt. Misschien wel tot een ontploffing (bij je kind of bij jou).

De meeste ouders gebruiken veel te veel woorden. Een kind hoort dan alleen nog maar blah, blah, blah. Of het ziet juist in elk woord een kans om in discussie te gaan.

Door minder woorden te gebruiken, zal je kind beter luisteren. Yes, I know. Dat voelt misschien wat tegenstrijdig. Maar als jij minder hard gaat werken, gaat je kind eerder zelf aan het werk. En krijg je dus meer gedaan met minder gezeur.

Er zijn 3 tools die je hiervoor in kan zetten.

Tool 1: Zeg het met 1 woord

Kort maar krachtig, geen discussie mogelijk. Althans als jij je daar niet toe laat verleiden.

Bijvoorbeeld:

Jas i.p.v. Vergeet je jas niet!
Huiswerk i.p.v. Ga je huiswerk maken!
Speelgoed i.p.v. Ruim je speelgoed op!
Bord i.p.v. Zet je bord in de vaatwasser!

Zeg je het met een glimlach, dan ben je vriendelijk en duidelijk tegelijk. Of laat aan het eind een vraagteken doorklinken; “Jas?” Dan gaat je kind vanzelf nadenken.

Tool 2: Gebruik een stil signaal

In een (dreigende) staat van overprikkeling wil je niet nog meer prikkels toevoegen (in de hoop een explosie te voorkomen). Een tool die wel heel duidelijk is en maar minimaal prikkels en munitie geeft is stille signalen.

Bij stille signalen gebruik je geen woorden, maar alleen een signaal.

Bijvoorbeeld:
Wijzen naar de klok i.p.v. “het is tijd om te gaan”
De bus konijnenvoer op tafel zetten i.p.v. “de konijnen hebben honger”
Wijzen naar je ogen en je kind i.p.v. “Ik zie wel dat jij je broer uit zit te dagen”
De vaatwasser open houden i.p.v. “Zet je bord in de vaatwasser”

Tool 3: Benoem wat je ziet

Benoemen wat je ziet is ook een tool die goed werkt, omdat je hier weinig woorden gebruikt (dus weinig munitie geeft). En omdat je geen directe instructie geen, maar je kind de ruimte geeft om zelf na te denken over wat te doen.

Voorbeeld:

“Je speelgoed ligt midden in de kamer”

“Je jas ligt onder de kapstok”

“Je schooltas is nog niet uitgepakt”

Springen mijn kinderen meteen op als ik iets benoem? Vaak niet. Ik probeer ze ook altijd wat tijd te geven om het op te lossen. Is het een kwartier, een uur, een dag later nog niet aangepakt, dan benoem ik nogmaals wat ik zie, met de toevoeging dat ik er een kwartier, een uur, een dag eerder ook al een opmerking over heb gemaakt.

Voorbeeld:

“Ik heb een kwartier geleden gezegd dat je speelgoed midden in de kamer ligt en het ligt er nu nog”

“Je jas ligt al sinds gisteren onder de kapstok”

“Je schooltas was voor het eten nog niet uitgepakt en nu nog niet”

Je kan hierbij eventueel toevoegen dat je verwacht dat je kind zich aan de regel of afspraak houdt.

Voorbeeld:

“We hebben een regel/afspraak gemaakt over het speelgoed/de jas/ de tas. Ik verwacht dat jij je daar aan houdt”.

De grootste uitdaging voor jou als ouder is waarschijnlijk om de tool zijn werk te laten doe, zonder je te laten verleiden toch te gaan praten. Het is belangrijk dat je echt je lippen stijf op elkaar houdt.

Kinderen verwachten namelijk al dat jij boos wordt, uitleg gaat geven, ze gaat herinneren aan de afspraken. Kortom, ze verwachten heel veel woorden waardoor zij de discussie met je aan kunnen. Pas als ze merken dat jij dat niet doet, zullen ze gaan nadenken over wat je zei. Geef ze dan ook wat tijd om dit te ervaren en verwerken.

Meer tools leren die WEL werken bij je hoogbegaafde kind? Dan is het online programma Hoogbegaafd Opvoeden voor jou!