Meer dan een hoog IQ: Wat je over hoogbegaafdheid moet weten

Bij het woord hoogbegaafd denken veel mensen vooral aan heel slim zijn, met gemak een goede opleiding kunnen volgen, een paar titels bij je naam en een gelukkig en succesvol leven. Uiteraard behoort dat zeker tot de mogelijkheden. Alleen is het helaas geen garantie. Want hoogbegaafd zijn, brengt een prachtig talent met zich mee, maar ook een flink aantal uitdagingen. Omdat jij dit nu leest, vermoed ik dat je al een aantal van die uitdagingen tegen bent gekomen.

Wat is hoogbegaafdheid? De IQ-curve als startpunt

Om je kind beter te kunnen begeleiden, is het belangrijk dat je over de basiskennis beschikt rondom hoogbegaafdheid. Ik zal een aantal veel voorkomende modellen bespreken, te beginnen met de IQ curve.

Hier zie je een grafische weergave van een normaalverdeling. Hierbij staat de horizontale as voor iedere mogelijke score van een IQ test, van laag naar hoog. De verticale as staat voor het aantal keer dat die specifieke score wordt behaald.

De normgroep, waartegen jouw testscore berekend wordt heeft een gemiddelde score van 100 en een standaardafwijking van 15. Een standaardafwijking is een maat voor de spreiding, in dit geval van de IQ score. Een standaardafwijking van 15 betekent dat 68 procent van de normgroep tussen de 85 (100 min 15) en de 115 (100 plus 15) scoort. Met andere woorden: 68 procent van de normgroep heeft een score die binnen één standaardafwijking van het gemiddelde (100) ligt. Daarnaast is het zo dat 95 procent van de normgroep een IQ score heeft die binnen twee standaardafwijkingen van het gemiddelde ligt. Dus 95 procent van de normgroep, bijvoorbeeld Nederlanders, scoort tussen de 70 (100 min 30) en de 130 (100 plus 30). Scores boven de 130 komen dus slechts in 2,5% van de gevallen voor.

De enige officiële manier om hoogbegaafdheid vast te stellen is middels een IQ-test, waarbij een score vanaf 130 of hoger als hoogbegaafd wordt beschouwd. Er zijn meerdere termen die spelen rondom hoogbegaafdheid en IQ scores:

– Meerbegaafd: IQ tussen 120-130

– Hoogbegaafd: IQ vanaf 130

– Uitzonderlijk begaafd: IQ vanaf 145

Wat een nadeel aan deze manier van kijken naar hoogbegaafdheid is dat hoogbegaafden zo worden gezien als één groep; DE hoogbegaafden. Met daarbij soms ook de verwachting dat als je 2 hoogbegaafden bij elkaar zet, dat dit automatisch een match is. En dat is een misvatting. Ze mogen dan wel allemaal gemeen hebben dat ze anders denken en anders voelen, dat wil nog niet zeggen dat ze elkaar ook allemaal leuk vinden, dezelfde interesses hebben en allemaal aansluiting vinden bij elkaar.

Daarnaast is het zo dat er een heel groot en wezenlijk deel mist, namelijk de “zijns-kant”. Daar gaan we later nog naar kijken.

Het Meerfactorenmodel van Mönks en Renzulli

Naast de IQ curve is er nog een ander model wat essentieel is om te begrijpen wanneer hoogbegaafdheid een rol speelt in je leven. En dat is het Meerfactorenmodel van Mönks en Renzulli.

Het meerfactorenmodel van Mönks geeft het belang van een goede interactie met de sociale omgeving weer. Het vult het triadische model van Renzulli aan.

Onderzoek toont aan dat mensen die prestaties op hoog niveau leveren, vaak over kenmerkende persoonlijkheidseigenschappen beschikken. Dit ‘drieringenmodel’ geeft deze weer:

1. Hoge intellectuele capaciteiten: Hoogbegaafde kinderen beschikken over “hoge intellectuele capaciteiten”, oftewel een IQ boven de 130. Dit is wetenschappelijk gezien de meest stabiele factor in dit model.

2. Creativiteit: Daarnaast beschikt je hoogbegaafde kind over een groot “creërend denkvermogen”, doordat de hersenen anders bedraad zijn kunnen ze sneller en makkelijke verbanden leggen, kritischere vragen stellen en hiermee vernieuwende ideeën bedenken.

Bij sommige weergaven van dit model wordt hiervoor het woord “creatief” gebruikt. Wat niet betekent dat ze creatief zijn in de artistieke zin (zoals knutselen, schilderen, tekenen), wat natuurlijk ook kan. In dit geval wordt de creatieve manier van denken bedoelt, de vaardigheid om andere oplossingen te bedenken, out of the box te denken.

3. Motivatie: Als derde zie je “motivatie”, want je kind wil graag veel en snel leren. Mits het iets is wat ze interessant vinden. Op het moment dat dingen aansluiten bij hun passie en interesse, als het iets is wat ze leuk vinden, dan hebben ze een enorme drive, grote motivatie en doorzettingsvermogen om hiermee aan de slag te gaan en blijven.

Het wil niet zeggen dat een hoogbegaafde altijd gemotiveerd is voor alles. Veel ouders zullen herkennen dat een kind thuis uren aaneengesloten kan werken aan een Lego bouwwerk, eindeloos vragen kan stellen over het onderwerp waar ze door gefascineerd zijn en steeds op zoek zijn naar nieuw ervaringen.

Terwijl ze op school nog geen 5 minuten geconcentreerd bezig kunnen zijn, alles saai lijken te vinden en hun werk niet/niet op tijd afkrijgen. Hiervoor is dan geen intrinsieke motivatie.

De rol van de sociale omgeving

Ter aanvulling op de door Renzulli beschreven aanlegfactoren (hoge intellectuele capaciteiten, creativiteit en motivatie), benadrukt het meerfactorenmodel van Mönks het belang van een goede interactie met de sociale omgeving voor een gezonde ontwikkeling. Weergegevenin het model door de driehoek met op de drie hoeken; gezin, school, vrienden ‘peers’. Dit model zegt dat pas als al deze factoren in balans zijn en er sprake is van een goed samenspel, dat dan hoogbegaafd gedrag tot uiting komt (het deel waar de drie cirkels overlappen).

Zie of hoor je dus dat je kind “het niet laat zien”, dan is er mogelijk iets niet in balans in deze driehoek. Waarbij het essentieel is om te kijken hoe die balans wel gevonden kan worden. Want een hoogbegaafd kind waarbij de hoogbegaafdheid niet tot uiting komt, loopt het risico dat het niet lekker in zijn vel komt te zitten.

Wat kun je doen als ouder?

– Stimuleer zijn of haar creativiteit en motivatie: Zorg ervoor dat je kind toegang heeft tot uitdagende materialen en nieuwe leerervaringen. Dit kan variëren van boeken over hun interesses tot workshops of online cursussen. Wees hierin kind volgend. Dan hoef je nooit bang te zijn dat je teveel pusht. Waar je kind nog niet aan toe is, zal ook de interesse niet liggen.

 – Ondersteun de balans tussen gezin, school en vrienden: Kijk kritisch naar hoe deze drie gebieden zijn afgestemd. Een hoogbegaafd kind heeft baat bij een omgeving die zowel intellectuele uitdaging als emotionele veiligheid biedt. Bespreek met de school hoe het leerproces eventueel beter kan worden aangepast aan de specifieke behoeften van je kind. Denk hierbij vooral in oplossingen. Wat kan er voor de toekomst beter? Zo blijven alle partijen oplossingsgericht denken.

– Begrijp de “zijns-kant”: Hoogbegaafde kinderen ervaren vaak emoties intenser dan anderen en hebben een sterke behoefte aan rechtvaardigheid en autonomie. Het erkennen en begeleiden van deze eigenschappen kan je helpen om je kind beter te begrijpen en hem of haar te ondersteunen.

– Investeer in je eigen kennis over hoogbegaafdheid. Zelf vond ik het heel moeilijk om mijn gevoel uit te drukken in woorden. Ik voelde wel wat er nodig was voor mijn kind, maar kreeg de omgeving moeilijk mee. Zij voelden immers niet wat ik als moeder wel voelde. Toen ik de modellen en theorieën leerde, kon ik mijn gevoel koppelen aan de theorie. En kreeg ik veel meer mensen mee.

Conclusie

Hoogbegaafdheid is veel meer dan een hoog IQ. Hoewel IQ een belangrijke rol speelt, benadrukken modellen zoals het model van Mönks en Renzulli het belang van balans in de sociale omgeving. Als ouder kun je zorgen voor rust en begeleiding in je gezin, kan je ondersteunen in het zoeken naar peercontact en je kan je zorgen delen met school om passender aanbod te organiseren, zodat je kind zich begrepen en gesteund voelt. Zo vergroot je de kans dat jouw hoogbegaafde kind kan bloeien op een manier die bij hem of haar past.

Herken je kenmerken van hoogbegaafdheid bij je kind? Praat met iemand! Iemand die je vertrouwd in je eigen omgeving, een professional die je kan helpen of gewoon even naar je verhaal kan luisteren. Want hoogbegaafdheid kan een prachtige gave zijn, maar ook een uitdaging. Samen kunnen we ervoor zorgen dat hoogbegaafde kinderen de ondersteuning krijgen die ze zo hard nodig hebben.