Waarom je kind ‘nee’ zegt en hoe vragen stellen de weg naar ‘ja’ kan zijn

Als ouder wil je dat jouw kind verantwoordelijkheid leert nemen, oplossingen bedenkt, en zich prettig voelt bij zijn of haar eigen keuzes. Maar vaak is het verleidelijk om te vervallen in directe opdrachten. We zeggen bijvoorbeeld “doe je jas aan” of “maak je huiswerk af.” Op deze manier krijgen kinderen weinig ruimte om actief mee te denken, wat hun motivatie om zelfstandig te handelen.

Een krachtige tool die helpt om je kind wel in beweging te krijgen, is het stellen van vragen. Door vragen te stellen, geef je jouw kind de kans om zelf oplossingen te bedenken, waardoor het verantwoordelijkheidsgevoel en de commitment wordt vergroot. In deze blogpost deel ik enkele effectieve manieren om vragen in te zetten in de opvoeding en de impact daarvan.

Het verschil tussen herinneringsvragen en converserende vragen

Het stellen van vragen kan op verschillende manieren worden toegepast. Een herinneringsvraag helpt je kind iets te bedenken dat het eigenlijk al weet, zoals “Wat heb je nodig om het niet koud te krijgen buiten?” Dit soort vragen stimuleert de eigen kennis van je kind, zonder dat jij direct een opdracht geeft.

Converserende vragen zijn vaak open vragen en gaan een stap verder. Ze nodigen je kind uit om echt na te denken en betrokken te worden. Stel bijvoorbeeld: “Hoe zou jij willen dat de ochtendroutine verloopt?” In plaats van jouw regels op te leggen, geef je je kind de ruimte om mee te denken en verantwoordelijkheid te nemen in de planning van de dag. Deze vragen leiden vaak tot diepere gesprekken en versterken de band tussen ouder en kind.

Herinneringsvragen gebruik je het best op het moment zelf. Converserende vragen stel je op een neutraal moment, waardoor je je kind de ruimte geeft om zij/haar mening te delen op een passend moment (en niet in “het heetst van de strijd”)

Het risico van vragen stellen waar je het antwoord niet op wilt weten

Een vraag stellen betekent dat je openstaat voor een antwoord. Als je een vraag stelt, maar eigenlijk geen zin hebt om naar het antwoord te luisteren, kan je de vraag beter helemaal niet stellen. Kinderen voelen het meteen wanneer hun inbreng niet echt op prijs wordt gesteld. Hierdoor kunnen ze het gevoel krijgen dat hun mening er niet toe doet, wat uiteindelijk hun motivatie om actief mee te denken verkleint. Bij een volgende vraag, waarop je wel echt geïnteresseerd bent in hun antwoord, zullen ze dan sneller afhaken; want de vorige keer nam je hen ook niet serieus, dus waarom de moeite doen.

Als ouder is het daarom belangrijk om bewust te kiezen tussen het stellen van een vraag en het geven van een duidelijke opdracht. Vraag jezelf af: “Wil ik echt weten wat mijn kind denkt, of wil ik liever dat hij of zij gewoon doet wat ik vraag?” Door hierin helder te zijn, voelt je kind zich gewaardeerd en serieus genomen. En het scheelt jou veel tijd op momenten waarop jij beslist.

Zelfreflectie en het nemen van eigen verantwoordelijkheid

Een krachtige manier om kinderen betrokken te maken bij het dagelijks proces, is door hen zelf te laten reflecteren en meedenken over wat werkt. In plaats van te zeggen “maak nu je huiswerk,” vraag: “Wat is je plan voor je huiswerk?” of “Wanneer denk je dat je het af hebt?” Dit moedigt ze aan om hun eigen planning te maken, wat hun zelfstandigheid en eigenwaarde vergroot. Ook zullen ze een groter verantwoordelijkheidsgevoel tonen naar het uitvoeren van hun eigen plan.

Maak van vragen stellen jouw nieuwe routine

Het stellen van vragen kan in het begin onwennig voelen. Net als bij elke nieuwe vaardigheid is het oefenen de sleutel. Schrijf eens wat veelgebruikte zinnen op die je vaak als opdracht geeft, en probeer deze om te zetten in vragen. Bijvoorbeeld:

– “Ga je huiswerk maken!” wordt “Wat is je plan voor je huiswerk?”

– “Trek je pyjama aan!” wordt “Wat kun je doen nu je naar bed gaat?”

– “Vergeet je jas niet” wordt “Wat heb je nodig om niet koud te krijgen buiten?”

Door deze omslag te maken, geef je jouw kind de ruimte om zelf na te denken en beslissingen te nemen. Het helpt om vragen voor jezelf voor te bereiden, zodat je een paar belangrijke vragen paraat hebt.

Samengevat: vragen stellen zorgt voor meer samenwerking

Vragen stellen in plaats van opdrachten geven, helpt je om je kind meer verantwoordelijkheid en eigenaarschap te geven in de dagelijkse routines. Door met een open houding te luisteren naar de antwoorden, toon je respect voor hun inbreng en versterk je hun motivatie om samen te werken.

Maak van het stellen van vragen een gewoonte in je communicatie. Zo leer je je kind niet alleen om problemen zelfstandig op te lossen, maar leg je ook de basis voor een relatie waarin ruimte is voor begrip, vertrouwen en samenwerking. Deze aanpak helpt ouders om rust en verbondenheid te creëren binnen het gezin, terwijl kinderen op een natuurlijke manier leren om zelfstandig en zelfverzekerd te handelen.

Disclaimer 😉

Niet alleen voor jou is dit een nieuw te leren vaardigheid. Ook voor je kind vraagt dit oefening. Verwacht dus niet direct een antwoord! Zeker niet het juiste antwoord. En ook de actieve handeling zal soms even op zich laten wachten. Heb geduld! Weet dat er zich bij elke vraag die jij stelt nieuwe, sterkere patronen vormen in het brein. Waardoor je na verloop van tijd zal zien dat het makkelijker en sneller gaat. Zowel bij jou als bij je kind!

Hoe je de machtsstrijd met je kind doorbreekt: Besluiten wat jij gaat doen

Frustreert het jou ook zo als je hoogbegaafde kind niet doet wat er op dat moment moet gebeuren? En heb je alles al geprobeerd, maar lukt het niet om je kind in beweging te krijgen? Lijkt het of jullie in een machtsstrijd zijn beland en heb je het gevoel dat jij het verlies van je kind?

Zelf merkte ik dat ik regelmatig tegenover mijn kind kwam te staan in een felle strijd. Waarin ik dan nog harder “de baas” ging spelen, de gekste straffen ging bedenken (die echt geen enkele indruk leken te maken, maar ook in de uitvoering vooral voor mij veel werk waren) of een preek ging houden over waarom ze toch vooral enorm gemotiveerd zouden moeten zijn om dit wel te doen (ook zonder resultaat).

Dit wilde ik anders. De eerste stap daarin was erkennen dat jij je kind niet kan dwingen. Je hebt altijd enige vorm van medewerking nodig van je kind. Dus in plaats van de strijd aan te gaan, wil je ze voor je winnen. Zodat ze bereid zijn om mee te bewegen.

In trainingen hoor ik van veel ouders dat de grootste machtsstrijd ontstaat rond eten en slapen. Precies de dingen die je ze niet kan laten doen zonder dat ze enige vorm van medewerking vertonen. En bij uitstek middelen om als kind een krachtmeting aan te gaan met je ouders. Maar ook huiswerk maken, klusjes doen of de tafel dekken vragen coöperatie.

Door te besluiten wat jij zelf anders gaat doen, verander je de dynamiek en laat jij je niet meer verleiden tot die machtsstrijd.

Besluiten wat je gaat doen bestaat uit een aantal stappen. Voordat je aan de stappen van de tool begint, is het heel belangrijk dat je voor jezelf besluit wat je gaat doen.

Besluit voor jezelf wat jij gaat doen

Let er hierbij op dat het iets is wat je ook echt kan uitvoeren. Bedenk dus geen grote, moeilijke dingen die je zou willen doen, ooit, misschien… Maar maak het echt concreet en haalbaar. Hou hierbij rekening met alle bezwaren die je voelt en neem deze serieus.

Als jij weg wilt gaan uit de ruimte, maar je twijfelt over de veiligheid, dan is dat geen goede optie. Want als je vooraf al twijfelt is de kans groot dat je op het “moment supreme” je niet aam je eigen besluit kan houden en toch stiekem even gaat kijken of je kind wel veilig is. Zeker bij de eerste keer dat je dit doet, want reken erop dat je kind alles uit de kast gaat halen om jou weer in de (bekende) machtsstrijd te betrekken.

Heb ook realistische verwachtingen. Onlangs coachte ik een moeder die besloot met een boek op de bank te gaan zitten tot de kinderen de tafel hadden gedekt voor het avondeten. “Ik wil al zolang meer lezen, dan kom ik daar eindelijk eens aan toe”, zei ze verlangend naar die stapel boeken die nog op haar lag te wachten. Helaas moest ik haar even “uit de droom” helpen.

De realiteit is vaak dat je als ouder niet echt toe komt aan dat boek. Zelf lukt het me nauwelijks om mij op iets te concentreren als de kinderen zich op de achtergrond in allerlei bochten wringen om mij te betrekken in hun boosheid of onderling geruzie. In dit geval is het boek slechts een middel om je uit de situatie te onttrekken.

Wil je fysiek aanwezig blijven, maar je emotioneel aan de situatie onttrekken kies dan een activiteit waar je weinig aandacht bij nodig hebt.

Activiteiten die bij andere ouders werken:

Een makkelijke woordzoeker

Een kleurboek

Een handwerkje (breien, haken…)

Was opvouwen

Maar het kan ook gewoon zijn dat jij besluit dat jij om 17.00 uur gaat eten. Wat er ook gebeurd. Wie er ook op kop aan tafel zit. Of wie er niet aan tafel zit. Of er gegeten wordt door de andere of niet. Of ze het lekker vinden of niet. Of ze een discussie willen met je of niet. Jij besluit dat je om 17.00 uur gaat eten en dan doe je dat.

Deel wat je besloten hebt

Als jij voor jezelf een haalbaar en realistisch besluit hebt genomen, dan deel je dit met je kind. Een aantal aandachtspunten hierbij zijn:

  • Kies een “neutraal moment”. Gaat het over eten? Dan niet rond etenstijd, maar ruim voordat je gaat koken. Gaat het over bedtijd? Kies een rustig moment eerder op de dag. Gaat het over ruzie op de achterbank? Bespreek dit dan thuis, ruim voordat je weg gaat.
  • Deel kort en krachtig je besluit.
  • Vertel ook waarom jij dit besluit hebt genomen. Wat maakt dit belangrijk voor jou?

Checken of het duidelijk is

  • Vraag of jij duidelijk bent geweest in je uitleg.
  • Laat je kind(eren) aan jou vertellen wat je besluit is. Zo check je of het goed begrepen is. Zo niet, dan is dit het moment om het nogmaals mee te delen en opnieuw terug te vragen. Verzeker jezelf ervan dat het klopt wat jij terug hoort.

Op het moment dat je terug hebt gehoord wat jouw besluit was, is het gesprek klaar.

Doorpakken

Op het moment waarop je besluit van toepassing is, pak jij door. Dit doe je zonder dit nogmaals aan te kondigen, zonder er woorden aan vuil te maken, zonder herinneren, zonder herhalen van de afspraak, zonder zeuren. Je doet gewoon wat jij besloten hebt te doen.

Laat je niet verleiden door alle trucjes die nu uit de kast komen. Want ze zullen, zeker de eerste keer, alles inzetten om jou van je besluit af te laten wijken. En met hun creatieve, hoogbegaafde brein, weten ze vaak feilloos hoe dit te doen. Wees daarop voorbereid. En realiseer je ook dat dit niet betekend dat het mislukt is. Dit zijn de eerste moeilijke stappen naar verbetering!

In het online programma Hoogbegaafd Opvoeden staan we uitgebreid stil bij wat je kan doen als het toch (nog) niet lukt.

Bedanken voor de medewerking

Het zal misschien de eerste keer niet meteen goed gaan. En ook de tweede keer niet. Zelfs de derde keer nog niet. Maar uiteindelijk wordt het echt beter. En op dat moment bedank jij je kind(eren) voor hun medewerking.

Let er daarbij op dat je duidelijk benoemd wat ze hebben gedaan waar jij ze voor bedankt. Zodat ze weten welk gedrag ze vaker mogen laten zien. Want zeg jij alleen maar “bedankt”, weten ze niet waarvoor precies. Dan heeft het minder waarde en is het moeilijker te herhalen. En laat dat nou precies zijn wat wij graag willen. Dat ze het positieve gedrag herhalen, zodat zij bij kunnen dragen en waardevolle vaardigheden voor de toekomst leren en er meer rust in huis komt.