Is het ADHD of hoogbegaafdheid? De rol van de psychomotorische overexcitability

Inmiddels weten we dat het brein van hoogbegaafden echt anders werkt dan dat van mensen met een gemiddeld IQ. De mogelijkheid om sneller en divergente verbindingen te vormen in het brein, draagt niet alleen bij aan een hoger IQ, maar ook aan het intenser ervaren van de wereld.

Kazimierz Dabrowski omschrijft dit als hyperprikkelbaarheden (overexcitabilities). Hij onderscheid deze prikkelbaarheden op 5 gebieden.

1. Psychomotorisch

2. Zintuiglijk

3. Intellectueel

4. Verbeeldend

5. Emotioneel

Deze blog gaat over de psychomotorische hyperprikkelbaarheid (overexcitability). Waarin we zowel kijken naar de mooie kant, als de uitdagingen.

Psychomotorische overexcitability

Kinderen met een psychomotorische prikkelbaarheid zijn vaak erg beweeglijk en kunnen moeilijk stilzitten. Ze friemelen veel, praten snel en lijken eindeloze energie te hebben. Het valt op dat deze kinderen vaak een sterke eigen wil hebben en emoties op een fysieke manier uiten, zoals door heftige uitbarstingen. Ouders kunnen dit herkennen aan bijvoorbeeld zenuwtrekjes zoals nagelbijten of het kauwen op kleding.

Wanneer je hoogbegaafde kind stress ervaart, kan deze overexcitabilitiy zich uiten door onafgebroken te gaan praten, impulsief gedrag te laten zien, nerveus worden, een intense gedrevenheid laten zien, dwangmatig te gaan handelen. Anderen kunnen je kind dan ook erg overweldigend vinden. 

Naast het zichtbare “drukke” gedrag gaat het ook over het gevoel van binnen. Waarbij opvalt dat er een enorme behoefte is om te bewegen, zowel fysiek (sporten, klimmen en klauteren, etc.) als het in actie willen komen en het vervelend vinden om stil te staan en te moeten wachten. 

Zit eens stil, praat niet zoveel, stop met wiebelen 

Veel kinderen die zich herkennen in deze overexcitability krijgen regelmatig dingen te horen als: ‘zit eens stil, praat niet zoveel, stop met wiebelen’.

Misschien herken je dit wel. Het is heel belangrijk om te begrijpen dat deze kenmerken horen bij wie deze kinderen zijn. Als je ze vraagt om te stoppen met beweging, praten, friemelen, dan vraag je ze dus eigenlijk om een deel te verbergen van wie ze in wezen zijn.

Daarnaast is het voor hun een hele gezonde manier om emoties te reguleren. Het is juist heel knap dat zij van nature aanvoelen hoe ze dat het beste kunnen doen. Voor deze kinderen is dat door wiebelen, friemelen, klikken met een pen. Beperk jij ze daarin, dan kan het zijn dat je daarmee de boze bui over een half uur zelf in de hand hebt gewerkt. Want die emoties, die willen er toch uit.

Is het geen ADHD?

De kenmerken van de psychomotorische overexcitability vertonen overlap met de kenmerken van ADHD. Meer dan eens wordt er bij kinderen gedacht aan ADHD. En het kan inderdaad zo zijn dat ADHD naast de hoogbegaafdheid een rol speelt. Het kan ook zijn dat het een misdiagnose is.

Wanneer je deze theorie als kenmerk ziet van hoogbegaafdheid, dan kan het ook gedrag zijn, wat past bij de overexcitability. Want terwijl deze kinderen heel actief kunnen zijn, zijn ze ook in staat tot gerichte concentratie, als ze voldoende uitgedaagd worden. Wat een wezenlijk verschil is met kinderen met ADHD.

Zorg dus altijd dat de hoogbegaafdheid voorliggend is, dat er passend aanbod komt met voldoende uitdaging. Dan zullen de ADHD-gelijkende gedragingen minder worden en je kind kan dan in volle rust en concentratie bezig kan zijn voor een langere periode,.

Tips voor ouders

  • Laat ze! Wiebelen, friemelen, bewegen…

Zie het voor wat het is. Een prachtige eigenschap die bij ze past. Het past alleen niet altijd bij de (onrealistische) verwachtingen die we tegenwoordig hebben van kinderen. Dus geef ze de ruimte om zich fysiek te uiten.

  • Geef ze een omgeving die bij ze past

Ze moeten al zoveel stil zitten. Terwijl ze dat absoluut niet fijn vinden. Wees je er bewust van als jij meer van hetzelfde vraagt. En vraag je af of het ook anders kan. Beter passend bij wie zij zijn. Is het echt noodzakelijk dat ze thuis aan tafel blijven zitten tot het einde? Of is er ook ruimte om ze alvast te laten beginnen met de tafel afruimen? Moeten ze op een stoel? Of is het ook prima als ze op een yogabal of wiebelkruk zitten (er zijn tegenwoordig gelukkig ook hele stijlvolle varianten die niet zullen misstaan in je woonkamer).

Kijk waar de ruimte zit voor jou, in jouw regels en verwachtingen. En creëer daarmee bewegingsruimte voor je kind.

  • Laat ze sporten en buitenspelen

Ik snap dat het allemaal in je budget en agenda moet passen. Maar sporten helpt deze kinderen enorm. Lukt het niet om ze 3 keer in de week naar de sportclub te brengen? Zorg dan dat ze in elk geval lekker veel buiten spelen. En ga zelf mee. Ook goed voor jou fysiek en mentale gezondheid.

  • Neem zelf afstand

Als jij last hebt van hun beweeglijkheid of de geluiden die ze daarbij maken (als je eenmaal op dat klikken van de pen gaat letten…). Neem dan zelf even afstand. Want heel objectief gezien is het klikken met een pen, gewoon klikken met een pen. Het is jouw beleving erbij die het bestempelt als irritant. Geef jezelf de ruimte, loop weg, zet een muziekje aan wat het geluid overstemt of wiebel en friemel zelf even lekker mee.

Kenmerken psychomotorische overexcitability:

Hieronder staan een aantal kenmerken op een rij. Je kan ze zelf invullen voor je kind. Het is ook erg leuk om het samen met je kind te doen. Het helpt je kind zichzelf beter te begrijpen. Vandaar dat ze geschreven zijn vanuit de Ik-vorm.

O Ik beweeg graag en veel.

O Ik praat vaak en snel.

O Ik heb veel energie.

O Ik hou niet van stil zitten.

O Ik heb weinig slaap nodig.

O Ik ben vaak impulsief.

O Ik hou van competitie.

O Emoties komen bij mij fysiek tot uiting.

O Ik heb een heel sterke wil.

O Ik ben gevoelig voor het ontwikkelen van zenuwtrekjes (bijvoorbeeld tics of nagelbijten)

De meeste mensen herkennen elementen uit meerdere hyperprikkelbaarheden (overexcitabilities). Meestal zijn er 1 of 2 die het meest intens worden ervaren. Deze herkennen helpen om bepaalde gedragingen van hoogbegaafden beter te begrijpen en eventuele begeleiding hier op af te stemmen.

Het kan jou ook helpen om er een open en positief gesprek over te hebben met je kind. Want misschien oordeelde jij ook wel veel over dat drukke gedrag en heb je vaak gevraagd of je kind daarmee wilde stoppen. Dan is dit een mooi moment om uit te spreken dat jij ziet dat het een kwaliteit is. En jij het vanaf nu ook zo gaat benaderen.

De lijst is gebaseerd op het boek: Leven met intensiteit (Daniels en Piechowski).