Omgaan met de boze buien van je hoogbegaafde kind

Boze buien bij hoogbegaafde kinderen kunnen intens zijn, zowel voor het kind als voor jou als ouder. Het omgaan met deze emoties is vaak een van de grootste uitdagingen in een hoogbegaafd gezin. Gelukkig is er een praktische tool die je kan helpen: de ‘Ik ben boos’-tool. Deze tool biedt een gestructureerde manier om boosheid bespreekbaar te maken, woorden te geven aan emoties en samen tot oplossingen te komen.
Waarom boosheid begrijpen belangrijk is
Hoogbegaafde kinderen voelen vaak intens en kunnen moeite hebben om hun emoties te reguleren. Dit leidt soms tot boze buien die uit het niets lijken te komen. Vaak ligt de oorzaak in een opeenstapeling van kleine gebeurtenissen of in situaties waarin het kind zich niet gehoord of begrepen voelt. Helaas kan je dit niet altijd voorkomen. Wel wil je er zo goed mogelijk mee omgaan, voor iedereen in huis. Het leren herkennen en benoemen van deze emoties is cruciaal om rust en verbinding binnen het gezin te herstellen.
De ‘Ik ben boos’-tool: een stappenplan
De tool bestaat uit drie eenvoudige stappen:
- Ik ben boos… jij bent boos…
Bij deze tool wordt er vanuit gegaan dat je kind zijn/haar emotie benoemd. Dus bijvoorbeeld: “Ik ben boos”. Waarna jij bevestigend zegt: “Jij bent boos”.
Benoemd je kind niet zelf de emotie, dan kan je er naar vragen of een suggestie doen, bijvoorbeeld: “Je kijkt niet blij, wat voel je?” of “Het lijkt of je boos bent, klopt dat?”
- Omdat… omdat…
Nadat je de emotie hebt benoemd, ga je samen onderzoeken wat de boosheid heeft veroorzaakt. Dit kan variëren van een gebeurtenis op school tot iets dat thuis gebeurde. Ik vind het heel fijn werken om “Jij bent boos” op te volgen met een vragende “Omdat…?” Maar je kan ook door open vragen proberen er achter te komen waardoor je kind boos is. Bijvoorbeeld: “Wat maakt je zo boos?”
Wanneer je helder hebt wat je kind boos maakt, vat je dat samen en geef je dat terug, bijvoorbeeld: “Je bent boos, omdat je geen snoepje mag.” Of “Je bent boos, omdat het niet eerlijk was wat de scheidsrechter deed.”
- Ik zou willen dat… je zou willen dat…
Als je kind al heeft aangegeven wat het graag wil, dan vul je daarmee aan; “Je bent boos omdat je geen snoepje mag en zou die nu heel graag willen”. Of “Je bent boos, omdat de scheidrechter niet eerlijk was en je zou willen dat het altijd eerlijk gaat”.
Heb je nog niet helder wat je kind wil, onderzoek dit dan samen. Stel een vraag als: “Wat zou je graag willen?” of “Wat zou het oplossen?” Dor je kind een wens of oplossing voor de situatie te laten formuleren verleg je de focus naar de toekomst en voorkomt dat emoties blijven hangen in het verleden.
Bij het volgen van de stappen is het belangrijk dat je het doet op een authentieke manier. Het is geen spelletje ‘ik ga op reis en neem mee…’. En zo wil je het ook niet laten klinken. Zorg dat je de essentie van wat je kind zegt in je eigen woorden teruggeeft. Zodat je laat merken dat je het begrijpt, dat het er mag zijn en dat jij er bent.
Ga in deze fase ook niet uitleggen of weerleggen, goedpraten of jouw mening geven. Je gaat nu nog mee in het verhaal van je kind en zijn/haar gevoelens daarbij.
Wat als je de wens niet kunt of wilt inwilligen?
Het is belangrijk om te begrijpen dat het benoemen van een wens niet betekent dat deze altijd vervuld moet worden. Als een kind bijvoorbeeld zegt: “Ik wil nu een snoepje,” kun je reageren met begrip: “Ik snap dat je dat graag zou willen.” En een oneerlijke scheidrechter kan je doorgaans maar weinig aan doen. Maar dat hoeft ook niet.
Jouw doel is niet om altijd oplossingen te bieden, maar om het proces van communicatie en emotieverwerking te ondersteunen. Zodat jij en je kind leren om boze buien minder heftig te laten zijn en sneller over te laten gaan. Door de vaardigheden die je kind hiermee leert, zal het in de toekomst zelfs met de emoties om kunnen gaan zonder te ontploffen. Dat is het doel.
De voordelen van de ‘Ik ben boos’-tool
- Emotionele regulatie: Kinderen leren woorden geven aan hun emoties.
- Verbinding: Doordat jij herhaalt wat je kind zegt, voelt het zich begrepen en gezien. Ook helpt samen praten over gevoelens de band met je kind versterken.
- Oplossingsgerichtheid: De focus op wat het kind zou willen, helpt om constructief met problemen om te gaan. Het helpt om een beweging te maken naar ‘na de boze bui’. Door daar over na te denken verleg je de aandacht van boos zijn en boos blijven naar een situatie waarin het beter is.
Conclusie
Het omgaan met de boze buien van een hoogbegaafd kind kan een uitdaging zijn, maar met de juiste aanpak kun je deze momenten ombuigen naar waardevolle leermomenten. De ‘Ik ben boos’-tool biedt een eenvoudige, maar effectieve manier om emoties bespreekbaar te maken, je kind te begeleiden in emotionele regulatie en samen te werken aan oplossingen.
Door je kind woorden te leren geven aan emoties, voelt het zich begrepen en gezien, wat bijdraagt aan een sterke ouder-kindrelatie. Het benadrukken van toekomstgerichte oplossingen helpt om het gezin in balans te brengen en langdurige boosheid te verminderen.
Het kost tijd en oefening, maar elke stap die je zet, brengt meer rust, begrip en verbinding in je gezin. Onthoud dat je niet alles meteen hoeft op te lossen, en dat het proces van luisteren en begrijpen al een enorme impact heeft.