Hoe ga je om met de eindeloze vragenstroom van je kind?

Bij jonge kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong en/of een vermoeden van hoogbegaafdheid zien we vaak dat de taalontwikkeling anders verloopt dan bij leeftijdsgenoten. Zo kan het zijn dat ze al heel jong gaan praten en daarbij een grote woordenschat laten zien. Ze stellen eindeloze vragen, gebruiken complexe zinsstructuren en passen hun taalgebruik moeiteloos aan verschillende sociale contexten aan. Maar hoe herken je dit en hoe kun je als ouder hiermee omgaan?
Vroege taalontwikkeling: een eerste signaal
Bij sommige kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong valt al vroeg op dat ze hun taal sneller ontwikkelen dan leeftijdsgenootjes. Dit kan zich op verschillende manieren uiten:
- Vroeg beginnen met klanken en woorden, soms al voor hun eerste verjaardag.
- Snelle uitbreiding van de woordenschat, waarbij ze woorden oppikken na slechts enkele keren horen.
- Het vroeg begrijpen en correct gebruiken van complexe begrippen, zoals ‘hoog’, ‘diep’ en ‘ver’.
- Het vormen van volzinnen op jonge leeftijd, soms zonder de gebruikelijke fase van enkelvoudige woorden.
Andere kinderen lijken taal juist later te ontwikkelen, maar slaan daarbij een aantal tussenstappen over. Zo hoor ik regelmatig ouders die zich zorgen maakten over wanneer hun kind nou eindelijk eens zou gaan praten, soms ook ingegeven door opmerkingen van de omgeving. En dan ineens komen er volzinnen uit.
Dit zien we vaker bij hoogbegaafde kinderen, ook op andere gebieden. Waarbij het lijkt of ze eerst een diep begrip van de taak willen opbouwen en voldoende zelfvertrouwen dat ze het kunnen, voordat ze het actief gaan doen.
De eindeloze vragenstroom
Kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong hebben vaak een niet te stillen nieuwsgierigheid. Ze willen alles weten over de wereld om hen heen en stellen daarom veel en soms zeer complexe vragen. Dit kan voor ouders behoorlijk vermoeiend zijn, want deze kinderen staan altijd ‘aan’. En verwachten dan ook dat jij altijd beschikbaar bent voor het luisteren naar en beantwoorden van hun vragen. Dit eindeloos vragen stellen is ook een teken van een sterk ontwikkelde cognitieve en taalvaardigheid.
Hier zijn enkele kenmerken van deze vragenstroom:
- Vragen over abstracte concepten, zoals het ontstaan van de aarde, de werking van het universum of ethische kwesties. Waarbij het opvalt dat het vaak over grootse onderwerpen gaat, die nog niet direct bij de leeftijd passen.
- Doorvragen totdat ze een bevredigend antwoord krijgen, waarbij oppervlakkige antwoorden niet genoeg zijn. Ze willen echt weten en begrijpen.
- Het combineren van kennis uit verschillende gebieden, wat leidt tot onverwachte en originele inzichten. Ze leggen verbanden en zien dingen die niet zo voor de hand liggen.
Hoewel deze nieuwsgierigheid prachtig is, kan het ook overweldigend zijn voor ouders. Het is goed om te beseffen dat je niet op elke vraag direct een antwoord hoeft te hebben. Een goede strategie is om samen met je kind op zoek te gaan naar antwoorden, bijvoorbeeld door boeken te lezen of documentaires te bekijken.
Daarnaast is het hierbij ook heel belangrijk om je eigen grenzen te bewaken. Geef bijvoorbeeld aan dat jij op het moment dat je aan het koken bent, je aandacht daarbij nodig hebt. En dus niet na kan denken over hun vragen. Wees daarin heel duidelijk en geef aan wanneer je wel tijd hebt.
Zeg bijvoorbeeld: “Ik wil nu mijn aandacht bij het koken houden en kan niet tegelijk met aandacht bij jou vragen zijn. Na het eten wil ik wel met je meedenken of samen het antwoord opzoeken.”
Wanneer jij dit consequent doet, dan zal de vragenstroom afnemen op de momenten dat het niet uitkomt. En regelmatig zijn de vragen niet meer interessant of relevant op het moment dat jij wel tijd hebt.
Pas hierbij op dat je je niet laat verleiden je er toch ‘mee te bemoeien’, door je kind van achter de pannen suggesties te geven over wat het kan doen om het zelf op te zoeken. Voor je het weet ben je dan toch weer betrokken, omdat ze met de tablet naast je staan en niet weten welke informatie online betrouwbaar is. Nee=nee, je bent nu aan het koken. Werkt ook bij andere activiteiten uiteraard 😉
Taal aanpassen aan sociale context
Een ander opvallend kenmerk bij deze kinderen is hun vermogen om hun taalgebruik aan te passen aan de sociale situatie. Dit kan zich uiten in:
- Volwassen taalgebruik in het gezin, maar eenvoudigere taal bij leeftijdsgenoten.
- Gebruik van een kinderlijke stem bij jongere kinderen, wat voor ouders soms verwarrend kan zijn.
- Snel oppikken van sociale taalregels, zoals beleefdheidsvormen en subtiele nuances in communicatie.
Soms leidt dit tot situaties waarin leerkrachten of begeleiders de taalvaardigheid van het kind onderschatten, omdat het zich in groepsverband anders uitdrukt dan thuis. Ouders kunnen hierin ondersteunen door observaties te delen met leerkrachten en ervoor te zorgen dat het kind voldoende uitdaging krijgt in zijn of haar taalontwikkeling.
Vooral vanuit de kinderopvang hoor ik terug dat leidsters dit verschil in taalgebruik als eerste zien wanneer ouders hun kind komen brengen of halen. In dat overgangsmoment kunnen de aanpassingen in taal het makkelijks gesignaleerd worden.
Hoe kun je als ouder omgaan met deze taalontwikkeling?
Allereerst is het belangrijk om kindvolgend te zijn in de taalontwikkeling. Je kan (en wil) dit niet remmen. Dit is wie je kind is, waar op dit moment de interesse ligt. En dat is prima!
Tips om hier mee om te gaan:
- Blijf in gesprek en moedig vragen aan, ook als ze complex of moeilijk zijn.
- Geef toe als je iets niet weet en zoek samen naar antwoorden.
- Lees samen boeken die aansluiten bij de interesses van het kind en introduceer uitdagende nieuwe onderwerpen.
- Stimuleer creatief taalgebruik, bijvoorbeeld door verhalen te verzinnen of toneelstukjes te spelen.
- Help bij het ontwikkelen van sociale communicatievaardigheden, zodat het kind leert hoe het zich in verschillende situaties kan uitdrukken.
Je hoeft het niet te remmen
Vaak hoor ik dat ouders bang zijn dat hun kind dan later in de problemen komt, omdat het op school niets meer te leren heeft of de lesstof niet meer interessant zal zijn. Dat kan en komt helaas ook zeker voor bij deze kinderen.
Maar je wilt je kind zo lang mogelijk zijn/haar eigen ontwikkeling laten volgen en daarin zelfvertrouwen op laten bouwen. Zodat het, later in het leven, beter om kan gaan met de uitdagingen die dan komen.
Conclusie
De taalontwikkeling en nieuwsgierigheid bij kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong kunnen prachtig en uitdagend zijn. Door hun snelle woordenschatontwikkeling, de eindeloze stroom vragen en hun vermogen om taal flexibel in te zetten, hebben deze kinderen een andere behoefte aan ondersteuning dan hun leeftijdsgenoten. Als ouder of opvoeder kun je hen helpen door nieuwsgierigheid te omarmen, gesprekken aan te gaan en hen uit te dagen op een manier die past bij hun unieke manier van leren.
En vergeet er ook vooral niet van te genieten. Want ik had de mooiste gesprekken met mijn kinderen en had soms niet eens door hoe bijzonder dat is.