De Risicomijder: Angst voor falen en hoe je helpt
Door: Mineke op 12 januari 2025
Voor sommige kinderen is de angst om te falen zo groot dat ze liever helemaal geen poging doen. Deze risicomijders vermijden uitdagingen om het risico op kritiek of afwijzing te minimaliseren. Hoe kun je als ouder deze angst doorbreken en je kind helpen om stap voor stap meer zelfvertrouwen op te bouwen?
Kenmerken
Risicomijders vermijden situaties, waarin zou kunnen blijken dat ze niet perfect zijn. Wanneer zij geconfronteerd worden met een situatie waarin de kans bestaat dat ze niet in een keer succesvol zijn, dan haken ze liever bij voorbaat af. Ze willen gewoon niet dat anderen hun zwaktes zien of zien dat ze niet onfeilbaar zijn. Ze zijn zo bang om te falen, om niet te voldoen aan hun eigen standaard of ideaal, dat ze gewoon liever besluiten helemaal geen poging te doen. Als je iets niet doet, is er ook geen risico op afwijzing of kritiek (van jezelf of anderen).
Ze hebben het beeld dat iedereen dezelfde (hoge) standaard hanteert als zij zelf doen. Waarmee ze het erg moeilijk maken voor zichzelf om die hoge lat te halen.
Tips voor ouders
- Creëer een veilig omgeving
Het is belangrijk een omgeving te creëren waarin ze mogen oefenen. Daarbij gaat het vooral over zorgen voor een omgeving waarin er na fouten gekeken wordt naar wat er wel goed ging. Een omgeving waarin niet op schuld of schaamte wordt gefocust, maar op oplossingen en verantwoordelijkheid. En een omgeving waarin de frustraties en emoties er mogen zijn, zodat ze begeleidt leren deze te reguleren.
- Prijs hun pogingen
We zijn gewent om een gewonnen wedstrijd te vieren, complimenten te geven op de mooie tekening of onze trots uit te spreken over dat goede cijfer. De risicomijder help je door positieve aandacht te geven aan hun pogingen in plaats van de uitkomst.
Bijvoorbeeld:
In plaats van: “Wauw, met 3-1 gewonnen!”, zeg je: “Wauw, na de teleurstelling van een tegendoelpunt heb je het toch weer opnieuw geprobeerd!”
In plaats van: “Nou, die tekening is mooi geworden!”, zeg je: “Wat goed dat je aan die lastig tekening bent begonnen!”
In plaats van: “Wat goed, een 10 voor topo!”, zeg je: “Wat goed, je hebt 5 minuten aan je topo gezeten!”
- Geef ze in een andere omgeving de kans om risico’s te leren nemen.
Activiteiten? Nieuwe hobby? Andere sport? Dit zijn allemaal voorbeelden van situaties waarin de risicomijder over zijn perfectionistische drempel heen moet. Dat gaat vele malen makkelijker met een activiteit die ze leuk vinden. Dus oefen daarmee.
Door de succeservaringen die ze op doen tijdens deze activiteiten bouwen ze aan hun zelfvertrouwen. Ook kan je er op een later moment naar terugverwijzen, zodat het als anker kan dienen wanneer ze de neiging hebben een moeilijke situatie te vermijden. Je kan dat actief inzetten om ze te ondersteunen in het proces. Zeg bijvoorbeeld: “Weet je nog? Toen we gingen … dacht je ook dat je het niet kon en lukte het toch eraan te beginnen. Wat deed je toen, wat je nu ook kan gebruiken?”
- Vergelijk met de lat van een ander.
Risicomijders hebben een enorm hoge lat voor zichzelf. Ze hebben het beeld dat dit bij iedereen zo is. Waarbij ze aannemen dat iedereen dezelfde hoge verwachtingen heeft aan hem/haar. En dat iedereen dezelfde hoge norm hanteert voor zichzelf. Beide kan je eens kritisch bekijken samen. Want wat verwacht een ander nou echt van jou? Verwachten ze dat je elke wedstrijd wint? Altijd scoort? Geen enkele bal doorlaat? Of verwachten ze dat je op tijd aanwezig bent, je sportkleding aan hebt en je leuk meedoet op het veld? Leg deze verwachtingen eens naast die van de risicomijder zelf. En hoe realistisch zijn de eigen verwachtingen dan?
Hetzelfde kan je doen met de verwachtingen van een ander over zichzelf. Door middel van het stellen van vragen kan je samen met je kind nadenken over wat je ziet bij de ander. Je zal misschien niet weten wat het werkelijke antwoord is, tenzij je het vraagt. Maar er samen over nadenken, helpt vaak al voldoende om meerdere perspectieve te zien. Die vaak milder zijn dan de risicomijder in eerste instantie dacht.
Wel of niet belonen
Ik merk dat bij dit type perfectionist veel ouders de neiging hebben om te gaan belonen. Want een extrinsieke beloning kan net die motivator zijn om ze over die drempel te krijgen. En dat begrijp ik. Want je gunt je kind de ervaring dat ze het toch hebben gedaan. Zeker als je als ouder de verwachting hebt dat ze het heel leuk gaan vinden of er veel van kunnen leren. Er zijn een aantal dingen waar je rekening mee moet houden hierbij.
Allereerst is het de vraag of je kind het risico aan het vermijden is of het risico nog aan het inschatten is. Soms hebben hoogbegaafde kinderen eerst de tijd nodig om te observeren, te visualiseren en af te wegen. Een keer meekijken met een training kan dan al voldoende zijn om de volgende keer mee te doen. Maar soms heeft je kind het nodig om twee trainingen alleen te kijken. Zodat het daarna wel durft. Als je kind vraagt of het alleen mag kijken, geef dan die ruimte. Zonder druk van jou of een trainer. Zeg gewoon dat jullie alleen komen kijken en dat jullie later besluiten of je kind wel of niet een keer mee wil doen. Zo haal je de spanning eraf dat er iets moet. En kan het zijn dat belonen helemaal niet nodig blijkt.
Doorgaans ben ik geen voorstander van belonen. Op het eerste gezicht lijkt het een effectieve manier om gewenst gedrag te stimuleren, maar bij hoogbegaafde kinderen kan het juist averechts werken. Deze kinderen hebben vaak een sterke interne motivatie en een diep verlangen om te leren en te groeien vanuit hun eigen interesse. Externe beloningen, zoals stickers of snoep, kunnen dit natuurlijke enthousiasme ondermijnen. Ze gaan dan ‘aan’ voor de beloning en minder voor het fijne gevoel van de activiteit of het leren. Bovendien kunnen beloningen een afhankelijkheid creëren van externe bevestiging, waardoor het kind minder vertrouwen ontwikkelt in zijn eigen capaciteiten.
Ook zie ik dat het voor ouders lastig blijkt om consequent te zijn met de beloningen. Het begint vaak met een mooi plan en goede intenties, maar in de waan van de dag verslapt de aandacht al snel. Niet alleen geef je je kind verwarrende signalen, want eerst lijk je het heel belangrijk te vinden, maar later toch niet. Je creëert voor jezelf ook nog meer werk. Terwijl je waarschijnlijk je hoofd en agenda al vol genoeg hebt. Waak er dus voor om allerlei beloningssystemen op te tuigen.
Als je kiest voor belonen
Denk jij toch dat belonen helpt om je kind over die drempel te helpen, houdt dan rekening met de volgende aandachtpunten:
- Kijk eerst naar belonen van binnenuit.
Focus op het gevoel dat je kind heeft na een succeservaring. Bijvoorbeeld; “Je vond het heel spannend om te gaan, maar je hebt het wel gedaan. Hoe voel je je nu?”. Laat je kind dit gevoel beschrijven en er positieve woorden aan koppelen. Staan jullie weer voor een uitdaging omdat je kind het risico aan het vermijden is, roep dan het gevoel van de vorige keer weer op: “Weet je nog toen het de vorige keer wel lukte om te gaan? Je voelde je toen trots en blij met een warm gevoel in je buik. Zullen we het vandaag nog een keer doen? Dan heb je vast weer dat fijne gevoel?”
- Belonen door tijd en aandacht te geven.
Kinderen houden van samen leuke dingen doen. Beloon dus met aandacht en speciale tijd samen. En dat hoeft dus echt niet groots te zijn. Vaak is samen een spelletje doen, een extra verhaaltje lezen, samen een aflevering van zijn/haar favoriete serie kijken, een half uurtje mee naar de speeltuin om de hoek of even stoeien een enorme motivator.
- Beloningen als cadeautjes, een sticker of een snoepje.
Als de eerste stappen onvoldoende zijn, kan je kiezen voor het geven van iets kleins. Een klein cadeautje, iets lekkers of een leuke sticker. Hier hielp het laten kiezen van de avondmaaltijd ook vaak. Je kan ook denken aan een kleine financiële bijdrage voor dat spaardoel wat ze hebben. Zeker bij wat oudere kinderen werkt dat vaak beter.
- Laat dat altijd een tijdelijke interventie zijn.
Belonen doe je eenmalig of voor een duidelijk afgebakende korte periode. Jouw doel is om je kind over de drempel te helpen. Niet meer dan dat. Als dat een paar keer gelukt is, is de ervaring voldoende intrinsieke beloning. Laat je dan ook niet verleiden om afspraken te maken dat je kind langere tijd beloningen krijgt.
Conclusie
Risicomijders zijn kinderen die uitdagingen vaak vermijden uit angst om te falen of kritiek te ontvangen. Ze stellen vaak onrealistisch hoge eisen aan zichzelf. Het is het belangrijk om een veilige omgeving te creëren waarin fouten maken onderdeel is van het leerproces. Geef aandacht aan de inspanningen van je kind, ongeacht de uitkomst, en help hen om succeservaringen op te bouwen die ze vanuit zichzelf kunnen waarderen. Ze hebben baat bij geduld en begrip, evenals bij het terughalen van eerdere positieve ervaringen: “Weet je nog hoe trots je was toen je het vorige keer wél aandurfde?” Daarnaast helpt het om samen realistische verwachtingen te stellen en te laten zien dat niet iedereen dezelfde hoge lat hanteert als zijzelf. Zodat ze steeds meer gaan durven en doen.
Lees verder:
Perfectionisme
14 januari 2025
De imagomanager: Perfect lijken, niet perfect zijn
Sommige kinderen lijken alles te doen om een vlekkeloos imago te behouden. Dit zijn de imagomanagers, die vooral bezig zijn met hoe anderen hen zien. Hoe kun je je kind helpen om minder bezig te zijn met wat anderen denken en meer voldoening te halen uit hun eigen inspanningen? KenmerkenImagomanagers zijn vooral bezig met hoe […]
Lees het artikelPerfectionisme
10 januari 2025
De kritische beoordelaar: Hoe help je je kind dat steeds focust op fouten?
Sommige kinderen lijken nooit tevreden met hun werk. Ze verbeteren eindeloos, exploderen over kleine foutjes en hebben geen plezier in het proces. Dit zijn de kenmerken van de kritische beoordelaar, een type perfectionist dat vaak voorkomt bij hoogbegaafde kinderen. Hoe kun je hen helpen om milder te zijn voor zichzelf? KenmerkenKritische beoordelaars zijn perfectionisten die […]
Lees het artikelPerfectionisme
8 januari 2025
Waarom een 6 beter is dan een 10: Tips voor ouders van perfecte presteerders
Hoogbegaafde kinderen hebben vaak een sterke drive om goed te presteren, maar bij sommige kinderen kan deze motivatie omslaan in perfectionisme. De perfecte presteerder zet zichzelf constant onder druk om topprestaties te leveren, waarbij zelfs kleine fouten of tegenslagen als persoonlijk falen worden gezien. Hoe kun je dit gedrag herkennen en je kind helpen om […]
Lees het artikel