Het is een zonnige voorjaarsmiddag. Zo één waarop je zonder jas naar buiten kunt. Ik sta bij school te wachten en klets wat met de andere ouders, die ik net een beetje leer kennen nu onze zoon hier een paar maanden op school zit.
De meeste weten niet dat dit voor ons de derde school is dit schooljaar. Of althans, ze weten het niet van mij.
In de verte zie ik een deur open gaan. De eerste kinderen komen naar buiten. Meestal is die van mij ook als één van de eerste en komt hij op een drafje aan. Want ondanks dat deze school “wel oké” is, gaat hij nog graag snel naar huis.
Vandaag is het anders. Ik zie allemaal kinderen voorbij komen voordat ik iets bekends zie. En ik zie het direct. Hij kijkt anders, loopt anders; hangende schouders, hoofd naar beneden, slenterende pas. In mijn hoofd speelt zich van alles af; heb ik vanmorgen iets gemist? Was er iets en heb ik dat onderschat? Is er op school iets voorgevallen? Met een klasgenootje? Zie ik iets aan één van de andere kinderen? Kijkt er een ouder naar ons?
Als hij bij me staat zegt hij: “Mama, juf wil je spreken.” En mijn zonnige dag verandert binnen enkele seconden in diep donkere donderwolken. Het gevoel van pure paniek overvalt me. De afgelopen maanden flitsen door mijn hoofd. Van de eerst “hij laat het op school niet zien” tot de verklaring handelingsverlegen. Van alle besprekingen waarbij ik me zo machteloos voelde tegenover al die “professionals” met een andere mening tot de voorzichtig hoop op school nummer 2. En de enorme deceptie toen ook die school niet onze taal bleek te spreken.
Zou het dan nu weer mis gaan? Ik zie het ongeluk in de ogen van mijn zoon en ik voel hoe mijn lijf verkrampt en mijn hart in mijn keel klopt.
Het lijkt uren te duren voordat de juf komt. Scannend kijk ik haar aan. Ze glimlacht vriendelijk en lijkt ontspannen. “We zijn een verjaardagskalender aan het maken voor Moederdag en willen jouw verjaardag er alvast opzetten. Wanneer ben je jarig?” zegt ze. Ik stamel mijn geboortedatum en loop wat verdwaast achter onze zoon aan naar de auto.
Tijdens de terugrit zitten we zwijgend in de auto. Af en toe veeg ik stilletjes een traan van mijn wang. En daar op dat moment, realiseer ik me dat niet alleen mijn kleine held naast me een traumatische ervaring heeft opgedaan door passend onderwijs wat niet passend was. Ook op mij heeft het meer impact gehad dan ik tot nu toe heb gedacht.